RAH Schepenbank Lummen nr. 68

1531 – 1537

Loons recht buiten vrijheid

 

 

1531, 31 augustus. Folio 1

Jan Luijten                                                     Jan Scuermans

 

Inden jaere ons heeren duysent vijfhondert

ende eenendertich opden lesten dach der

maent augustus es comen voer ons meijer

ende scepenen Jan Luijten ende heeft opgedragen

in ons meijers hant eenen rinsgulden brabants

gelts jaerlicx tot oerbaer ende behoef Jan

Scurmans Peter Scurmans soen op ende aen

huijs ende hof te Scuelen gelegen den voerscreven

Jan Luyten toebehorende regenoten Lenart Van

Gelmen bosch ter eenre Lemmen Stapparts ten
andere ende die gemeijn straet ter derder ziden

voer ende om acht thien Rinsgulden brabants gelts
eens te betalen ende altijt met dier geliken
penningen te leggen ende te quyten ende heeft daer
op vertegen ende nae opdragen ende vertijen Jans Luyten
voerscreven es die voergenoempde Jan Scurmans totter gichten
vanden voerscreven Rinsgulden tsiaers gecomen met recht


Opden selven dach syn comen voer ons meijer ende
scepenen Mathijs Vanden Winckel, Peter vanden
Brouck als mombaer synre huysvrouw Kynen vanden
Winckel, Wouter Hoelkens als mombaer synre
huysvrouw Marie Vanden Winckel ende Lysbeth vanden
Winckel ende hebben onfangen alsullike gueden
als hun aengestorven sijn nae doet hunre alders

1531, 31 augustus. Folio 1v
Opden selven dach sijn comen voer ons meyer ende scepenen
Jan Witters, Peter Witters, Cornelis Slieus als
mombaer sijnre huysvrouw Marien Witters, Michiel
Maechs als mombaer synre huysvrouw Magrieten
Witters, Jan van Hamme als mombaer synre huysvrouw
Cristyne Witters, Anna Witters ende Lysbeth Witters
ende hebben onfangen alsullike gueden als hun
aengestorven sijn by doet hunre alders

 

1531, 31 augustus. Folio 4

Lenart van Ghelmen heeft zijn tocht opgedragen van een heyke te Scuelen op die Stappe gelegen tot behoef van zijn twee kinderen, namelijk meester Jan en Frans van Gelmen. Meester Jan kwam tot tocht en erve voor zichzelf en voor zijn broer Frans voorschreven.

Dadelijk daarna, nu goed en vruchtgebruik samen zijn, heeft meester Jan dit heike opgedragen tot behoef van Loijch Cronten(?) voor 30 stuivers Brabants eens gevalueerd geld jaarlijks en heeft erop vertegen met recht. Loijch is ertoe gekomen met recht. Loijch moet op deze heide een huysinge timmeren en bouwen dat 20 rinsgulden eens waard moet zijn om als onderpand te dienen voor de 30 stuivers erfelijk. Het moet gebouwd zijn binnen een jaar na Sinte Remeijs misse eerstkomend. Indien hij dit niet binnen het jaar doet, zal 'die heer' de kinderen van Lenaert weer in die gichte stellen zonder dat iemand er iets zal tegen kunnen zeggen en zonder hun last. Meester Jan beloofde dat hij zijn broer deze gichte zou laten lauderen.

 

1531, 14 september. Folio 4v

Jannes Vander Moelen heeft ontvangen de goederen die hem mogen aangestorven zijn bij de dood van Gilis Duijtschen zaliger, zijn broer, en Merike Duyfkens zaliger, de huisvrouw van Gilis voorschreven tijdens zijn leven.

 

1531, 05 oktober. Folio 6

Jan Snijers heeft opgedragen een hoef te Scuelen gelegen, grenzend die gemeijn straet in twee zijden en - 3) als een onderpand voor twee rinsgulden en een halve jaarlijks Brabants geld (de Brabantse stuiver voor een stuiver, de philipsgulden voor 25 stuivers en al het ander geld 'nae advenant' gerekend) tot behoef van Herman Borgelins voor de som van 42 rinsgulden en een halve. Te kwijten met gelijke som en hetzelfde geld.

Herman Borgelins is ter gichte gekomen met recht.

1537 op 13 september kwam meester Jan van Gelmen en heeft de som afgelegd aan Herman Borgelinx, die verklaard heeft dat hij volledig voldaan werd zowel van kapitaal als van de rente.

 

1531, 05 oktober. Folio 6v

Philips Vander Hulst als meier van het hof genaamd Malepeerts Hoef gelegen te Scuelen en de laten Willem Snijers alias Joes, Lambrecht Stapparts en Gielis Coex hebben aangebracht dat voor hen in het jaar des heren 1528 op 30 oktober Thijs Van Binckhem is gekomen die opgedragen heeft zijn huis en hof in Heerle gelegen waarin hij toendertijd woonde. Het was omtrent 2 bonders groot en grensde Aert Pouwels 1), Loyck Dormaels 2) en de gemeijn straet 3). Hij droeg het op als pand voor een mud rogge Diester mate en een philips gulden jaarlijks en erfelijk vallend op Sint-Andriesdag. Te leveren te Diest, Hasselt of Webbecom waar het zal passen voor Henrick Keysers of zijn nakomelingen. Opgedragen voor 45 rinsgulden Brabants geld (philipsgulden voor 25 stuivers, goudgulden voor 28 stuivers). Henrick Keisers is ter gichte gekomen volgens het recht van het hof.

 

1531, 23 november. Folio 9v

Wouter Jueten van Hechtel heeft opgedragen zijn tocht van en halve zille broek gelegen in Oversel onder Coersel, grenzend Claes Beerten 1), Jan Vaes 2), tot behoef van Jan Jueten, zijn zoon, die hiermee tot tocht en erve is gekomen met recht.

Vervolgens heeft Jan Jueten het voorschreven half zille broek opgedragen tot behoef van Henrick Slangen voor 15 rinsgulden Brabants geld eens. Henrick kwam ter gichte met recht.

Op 3 oktober 1532 heeft Jan Spapen de naderschap 'ingeslagen' aangaande het voorschreven erf en hij is tot de gichte gekomen met recht als nader 'gebloijt' van het voorschreven erf.

 

1531, 23 november. Folio 10

Mathijs Bogaerts heeft een stukje 'hoefs' opgedagen gelegen opt Stappenheiken, palend Gilis Goefkens 1), de straat op twee zijden, tot behoef van Reynke Scurmans voor 23 rinsgulden Brabants geld eens. Dit stukje blijft belast met een halve rinsgulden jaarlijks. Reynke is tot de gichte gekomen met recht.

 

1531, 07 december. Folio 10v

Aert Claes alias Muenkens heeft 1 rinsgulden Brabants jaarlijks opgedragen op en aan zijn gedeelte van de 'Laeckbeempden' die hij gekocht heeft van Aelbrecht Van Viversel, grenzend 'den Houven Beempt' aan twee zijden en Jan Scurmans aan twee zijden. Deze rinsgulden Brabants jaarlijks mogen Aert of zijn nakomelingen afleggen en kwijten met 18 rinsgulden Brabants geld. (de Brabantse stuivers voor 1 stuiver, de philipsgulden voor 25 stuivers). Opgedragen tot behoef van de kapel van Scuelen 'om daer mede noen te doen luijden'. Pouwels Vander Moelen als kerkmeester van de voorschreven kapel kwam tot de gichte met recht.

 

1531, 07 december. Folio 11

Jan Lueckemans heeft opgedragen een stuk land van omtrent een half boender groot gelegen te Castel, grenzend Heylwich Duncops 1), Aert die Cleersnyder 2) en zijn eigen erf 3) als een pand voor een half mud rogge Diester maat jaarlijks. Voor 12 rinsgulden Brabants geld, waarmee het ook te leggen staat. Opgedragen tot behoef van Nijs Ketelbuters van Beverloe, die ter gichte is gekomen met recht.

 

1531, 07 december. Folio 12

Dijngen en Magriet Oijen alias Witters, gezusters en wettige kinderen van Peter Witters, met hun geleverde momber Henrick Goijens hebben opgedragen tot behoef van het klooster en convent van de derde regel van Sancti Francisci binnen Diest gelegen (de Bogaerden van Diest) huis en hof met een stuk land 'tGeenen Stal' gelegen onder Coersel, grenzend Henrick Neelkens 1), Loijck Rutten 2) en die gemeijn heide 3) en 4). Tevens een stuk broek geheten 'dat Wouters Brouck' tGeenen Stal gelegen, grenzend Govart Caetsmeets 1), 'die Scee Beempt' 2) en Marij Diricx 3) en Peeter Raijmekers 4) opgedragen tot een pand voor 2 mudde rogge jaarlijks, kosteloos en schadeloos van schattingen en beden en lasten elk jaar te leveren in Diest in het voorschreven klooster. Mocht er een edict of verbod komen om buiten het land niet te voeren, dan zullen Dingen en Magriet in Diest goed koren moeten kopen en in het klooster leveren. Voor 50 rinsgulden Brabants gevalueerd geld (de philipsgulden aan 25 stuivers, de gouwen gulden voor 28 stuivers en al het ander geld na advenant). Te kwijten met gelijke penningen en met een ongevallen cijns. Valdag elk jaar op 'Sinte Andriesdach apten'. Na opdragen van de gezusters met hun momber is broeder Adriaen Coersel priester, prior en procurator van het voorschreven convent in de 2 mudde rogge jaarlijks gegicht en gegoed met recht.

Daarna heeft Dingen voorschreven met haar voorschreven momber en met Peter Witters haar wettige vader 'in gerechtiger waerantscappen geloeft' om de andere kinderen voor het recht te brengen om in te stemmen als ze oud genoeg zullen zijn om de gicht te lauderen.

 

1531, 07 december. Folio 13

Heilwich Houtmans met haar geleverde momber Govart Houtmans, haar zoon, heeft de tocht opgedragen die ze heeft op het kindsgedeelte van haar zoon Toenis Houtmans. Daarmee is dezelfde Toenis Hontmans tot tocht en erve gekomen met recht. (marge: hiervan zijn brieven) Nu tocht en erve vergaderd zijn, heeft Toenis Houtmans opgedragen al zijn Loonse goederen voor een pand van een mud rogge quijtpachts tot behoef van Jan Coenen (Koenen) voor 25 rinsgulden Brabants geld eens. Te kwijten met dergelijke penningen. Henrick Goijens kwam in de naam van Jan voorschreven met recht ter gichte op voorwaarde dat Heilwich voorschreven het kindsgedeelte van haar zoon Toenis gebruiken zal tot de tijd dat het voorschreven mud rogge zal geweten zijn. Zij moet een half mud jaarlijks betalen en haar zoon Toenis het andere half mudde koren tot het geld afgelegd wordt. Daarna kwam Tonis en hij heeft zijn moeder weer haar tocht van zijn kindsgedeelte bekend met recht.

 

1531, 07 december. Folio 13v

Aert Brosis alias den Cremer met zijn huisrvouw Merike Billen heeft opgedragen tot behoef van Peter Neven die Jongen een half bloeck op 'den wech' te Laeren 'wert' (naar Laeren waarts) gelegen, grenzend Jan Aelen kinderen 1), Vaes Brosis 2) en Stas van Heemslaken 'Crijkel' 3). Tevens 13 stuivers jaarlijks Brabants geld die Aert gelden had aan Jan Moes goed, namelijk aan zijn huis en hof in Laren gelegen, voor 40 rinsgulden Brabants geld. Peter Neven der alde werd er tot 'orbaer' van Peter Neven des Jongen in gegicht en gegoed met recht.

 

1531, 01 december. Folio 14

Met het gerecht werd gepaald een stukje heide tot behoef van Jan Mutsen dat gelegen is aan 'die Huesdens Straet' voor Jans voorschreven erve. Grenzend Jan Reners 1), de heer van Lumpmen 2). Jan werd erin gegicht en gegoed met recht.

 

1531, 01 december. Folio 14

Voor Geert Niesen werd met het gericht een stukje vroente gepaald gelegen aan zijn eigen erf op 'die Schryck Heide' en hij werd erin gegicht en gegoed met recht.

 

1531, 01 december. Folio 14

Op dezelfde dag werd voor Mathieuwis Pelsers een stuk vroenten gepaald met het gerecht gelegen in 'die Schrijck Heide' aan alle zijden en hij is ertoe gekomen met recht.

 

1531, 01 december. Folio 14

Tevens werd aan Jan Schrijcx een stukje vroente gepaald met het gericht gelegen voor zijn erve en aan de straat en hij werd daarin gegicht en gegoed met recht.

 

1532, 11 januari. Jaergedinge nae derthiendach. Folio 15

Adriaen Wijnen heeft opgedragen een stuk land gelegen te Voertken, grenzend sheren straet op 2 zijden en Sebastiaen Wijnen 3), tot behoef van Sebastiaen Wijnen voor een stuk land gelegen te Castel hovende in 'mijns heren van Everbuer hof', waartegen Ariaen geruild heeft erf om erf. Ze geven elkaar niets toe. Sebastiaen is ter gichte gekomen met recht.

 

1532, 11 januari. Jaergedinge nae derthiendach. Folio 15v

Jan Luyten heeft opgedragen 1 zille bos gelegen 'bij Heerl int Oroens(?) lant', regenoten Claes Vandenroij op 2 zijden en de gemeijn straet 3). Voor 5 rinsgulden Brabants geld. Tot behoef van Claes Vanden Roije alias Geerts, die in de zille bos ter gichte kwam met recht.

 

1532, 11 januari. Jaergedinge nae derthiendach. Folio 15v

Lijsbeth Witters, dochter van Peter Witters, heeft gelaudeerd met haar geleverde momber Henrick Goijens de gichte van 2 mudde rogge jaarlijks als haar zuster Dingen Witters op 7 december aan het convents van de Bogarden van Diest gedaan heeft in het jaar 1531 laatstleden. Lijsbeth met haar geleverde momber Henrick Goijens en haar vader Peter Witters beloofden dat de andere kinderen ook met deze gicht zullen instemmen als ze oud genoeg zullen zijn.

 

1532, 11 januari. Jaergedinge nae derthiendach. Folio 17

Rener Swinnen heeft opgedragen huis en hof op 'die Leemcuijlen' gelegen, grenzend Jan Luyten 1), Lemmen Habeels 2), de straat 3), als een pand voor 6 vat koren erfelijk Diester maat. Het ene 3 vat is te betalen met 5 stuivers en het andere drij vat in koren. Voor 23,5 rinsgulden Brabants geld tot behoef van Jan Scurmans zoon van Peter Scurmans, die erin gegicht en gegoed werd met recht.

 

1532, 11 januari. Jaergedinge nae derthiendach. Folio 17v

Henrick Baten met zijn huisvrouw Marie Wouters heeft opgedragen het derdedeel van een halve mud rogge jaarlijks als hij gelden had aan panden van Art Laureijs onder Coersel voor 3 rinsgulden en 3 stuivers Brabants geld tot behoef van Henrick Ballinx, die ter gichte is gekomen.

 

1532, 11 januari. Jaergedinge nae derthiendach. Folio 18v

Thijs Bogaerts heeft opgedragen een stuk land gelegen aan 't Stappen Heiken', grenzend de straat op 2 zijden en Luije Hoefkens 3) voor 20 rinsgulden Brabants geld tot behoef van Joris Kelberichs, die ter gichte is gekomen met recht.

 

1532, 01 februari. Folio 19v

Henrick Ballinx heeft opgedragen tot behoef van Ursel Svolfs heeft opgedragen een derdedeel van een halve mudde rogge staande aan Art Laureys panden onder Coerselt tot behoef van Henrick Ballinx voor 6 stuivers jaarlijks, die te kwijten staan met 5 rinsgulden 7 stuivers 8 groet min eens (dus 5-7 min 8 groot). Daarmee hebben deze partijen erf om erf gemangeld zonder elkaar iets toe te geven. Henrick werd erin gegicht met recht. (correct?)

 

1532, 14 januari. Folio 20v

Zuster Ida Stouten en zuster Jenneke Vanden Beeck als 'voergenerssen' en procuratricen van het zusterklooster binnen Hasselt met hun geleverde momber Jannes Moens en door kracht van hun procuratie en machtigschap verleend door hun klooster, hebben een keurman gesteld 'oft cuerdreger' van goederen die zij 'te Roijen' liggen mogen hebben onder de heer van Lumpmen sorterende. Ze hebben Art tSionckeren borger van Hasselt met zijn wettige huisvrouw Lijsbeth van Stockem, wonend in Hasselt, aangeduid om als een van hen sterft dat dan de heer van Lumpmen of zijn officier dan zullen mogen komen tot een cuer aan het goed staande 'nae costumen des lants van Lumpmen voorscreven'.

Volgt daarna de procuratie. Pater Germaen Bossen en zuster Geertruydt van Myllen mater nutertijd van de zusters van de derde regel van Sint-Franciscus geheten Sinte Katherinendael binnen de stad van Hasselt, 'met onsen gemeijnen ende eendrechtigen raede' hebben na goede deliberatie machtig gemaakt en maken machtig met deze brief zuster Alet Nuelens (Mielens?) tegenwoordig procuratersse, zuster Mechtelt Svien en Johanna Vanden Beeck, zuster Yda Stouten, samen en elk apart, om op te halden en te vervolgen al de goederen, erve, lijftocht, cheijse, renten, pachten en gerede have aan ons klooster en convent toebehorend, die vervallen of verschijnen zullen. Ze geven hen volkomen macht om goederen te verkopen of verhandelen, gicht en guedingen te doen tot profijt van het klooster. Het zegel van het klooster werd eraan gehangen in 1525 op 11 januari.

 

1532, 15 februari. Folio 21v

Jan Colen, Crijn Colen en Jan Heynen als momber van zijn huisvrouw Dingen Colen hebben hun gedeelte opgedragen van een bos gelegen bij 'den Heynsberch' en hun gedeelte in 'die Colfbaene' en nog hun gedeelte van een schomme gelegen bij 'den Vree Bosch' voor 6 rinsgulden Brabants eens, te betalen los en zonder last, tot behoef van Peter Neven der jonge, die ter gichte kwam met recht.

 

1532, 15 februari. Folio 22

Jan Sentens met zijn huisvrouw Elen Sentens heeft opgedragen een stuk broek gelegen in Coersel in Oversel, palend Jan Kenens 1), Henrick Wijnen 2) en sheren straet 3), als een pand voor 2 mudde rogge jaarlijkse kwijtpacht. De halster staat te betalen met 5 stuivers Brabants. Voor 50 rinsgulden Brabants geld eens en met dergelijke penningen te kwijten, tot behoef van Jan Moens van Hechtel, die erin gegicht en gegoed werd met recht. Deze 2 mudde zullen jaarlijks vallen te Lichtmisse na datum van de gichte.

 

1532, 15 februari. Folio 22v

Jan Wijnen zoon van Henrick Wijnen en Jan Moens als momber van zijn huisvrouw Heilof Wijnen hebben ontvangen alle goederen die hen aangestorven zijn na de dood van hun ouders.

 

1532, 15 februari. Folio 22v

Jan Poels heeft opgedragen huis en hof te Sculen gelegen, grenzend Rener van Malborch 1), de gemeijn straet 2) en Jan Greven 3) voor 2 rinsgulden en 5 stuivers jaarlijks en erfelijk en nog 5 rinsgulden Brabants eens en contant te betalen voor een onderpand, tot behoef van Servaes Creeten, die ter gichte kwam met recht.

Op de laatste dag van februari kwam Marij Vernijen en ze heeft ingestemd met de gichte die haar man heeft gedaan en zal ze van waarde houden.

 

1532, 15 februari. Folio 23v

Laureijs Wijnen, Joris Wijnen, Magriet Wijnen, Heilof Wijnen, Marij Wijnen hebben de goederen ontvangen die hen verstorven zijn door de dood van hun ouders zaliger.

 

1532, 15 februari. Folio 23v

Laureijs Wijnen heeft opgedragen zijn gedeelte van een stuk broek gelegen te Voetken onder Coersel, regenoten Henrick Jans kinderen 1), Jan Vanden Putte 2) en Jan Reyners 3) als een pand voor een half mudde koren jaarlijks met valdag op Lichtmisse. Voor 13 rinsgulden Brabants geld eens, waarmee het ook te kwijten staat, tot behoef van Joris Brenens, die ter gichte kwam met recht. (ook Breenens)

Op 23 januari 1549 kwam Joris Brenens en hij bekende dat hij betaald werd zowel van hootpenningen als van renten.

 

1532, 15 februari. Folio 24

Herman Borgelins heeft opgedragen een hoffstat gelegen te Scuelen, grenzend 'die Bloemen Hoef' 1), sheren straet 2) en Peter Joes kinderen 3) voor 1 rinsgulden Brabants erfelijk tot behoef van Jan Duytschen alias Scats. Jan kwam ter gichte met recht onder voorwaarde dat Herman 'dat oefte dat daer op waschen sal' half zal hebben.

 

1532, 15 februari. Folio 24v

Vranck, zoon van Peter Maechs, heeft aan Jan Sentkens naderschap bekend van de koop die Vranck gedaan had tegen Jan Moens van Hechtel. Hij heeft de gichte opgedragen tot behoef van Jan Sentkens, die erin gegicht werd met recht 'als naeste gebloijt'.

 

1532, laatste dag februari. Folio 25v

Jan Poelmans heeft opgedragen zijn huis en hof te Scuelen op 'die Stappe' gelegen, grenzend Jan Bruninx 1), heer Govart Snoex 2), die gemeijn straet 3) als een pand voor 10 stuivers jaarlijks met valdag op Lichtmis. Voor 9 rinsgulden Brabants geld (de hoernsgulden voor 12 stuivers, den snaphaen voor 5,5 stuivers), waarmee ze ook te kwijten staan. Tot behoef van de heren en de kapelanie van de anniversarien van Westherck. Heer Govart Snoex werd er in de naam van de heren en de kapelanie in gegicht en gegoed met recht. Het geld waarmee deze rente gekocht werd, is gelaten door testament aan deze heren: 7 van Willem Huijbens en Jan Ruelens en 2 rinsgulden van heer Peter Vanden Bogaerde zaliger.

 

1532, laatste dag februari. Folio 26

Joachim Wellens heeft een bos opgedragen van omtrent 3 zillen groot gelegen op 'die Stappe', palend heer Govart Snoex 1), Cloes Vanden Roije 2) en Lenart van Gelmen 3) voor 37 rinsgulden Brabants gevalueerd geld tot behoef van heer Govart Snoex voorschreven, die erin gegicht en gegoed werd met recht.

 

1532, laatste dag februari. Folio 26v

Jan Poelmans heeft een heike opgedragen gelegen op 'die Stappe', palend de heer Govart Snoex 1), 'dat Colen Velt' 2) en die gemeijn straet 3). Voor 2 rinsgulden jaarlijks Brabants geld en 10 rinsgulden eens voor een onderpand. De twee rinsgulden jaarlijks zullen mogen afgelegd worden met 40 rinsgulden Brabants eens. Opgedragen tot behoef van Henrick Wouters, die ter gichte is gekomen met recht.

Op 21 februari 1533 heeft Mathijs Thijs begeerd om deze rente te onderstaan en Henrick Wouters bekende hem de naderschap en heeft zich ontgicht en Mathijs voorschreven is ertoe gekomen met recht als nader 'gebloijt'

 

1532, laatste dag februari. Folio 26v

Jan Poelmans heeft opgedragen een stuk erf gelegen op 'die Stappe', grenzend Mathijs Tijs 1) en de gemeijn straet op twee zijden voor 4 rinsgulden en een halve Brabants geld erfelijk en nog anderhalve rinsgulden jaarlijks die gekweten zullen worden tussen dit en Sinte Mertensmisse eerstkomend met 30 rinsgulden Brabants geld eens. Tot behoef van Mathijs Tijs voorschreven, die erin gegicht en gegoed werd met recht.

Op de laatste dag van de maand oktober 1532 heeft Jan Poelmans bekend dat hij betaald werd van de 30 rinsgulden voorschreven en hij heeft daarvan en van de anderhalve rinsgulden jaarlijks Mathijs voorschreven en zijn panden gekweten.

 

1532, laatste dag februari. Folio 27

Henrick Wouters heeft opgedragen het half mudde rogge dat hij heeft aan panden van Loijck Dormael, namelijk aan een stuk land gelegen 'opt Wauwen Inde', grenzend dezelfde Loijck op 3 zijden en Tijs Van Binckem 4), tot behoef van Joris Kelberichs voor 12 rinsgulden eens Brabants. Joris werd erin gegicht met recht.

Marge: in januari 1551 is dit half mudde afgekweten.

Anno 1538 op 4 april is aan de schepenen aangebracht, door hun twee medegezellen Herman Boergelins en Jan Van Neercosen, dat Oije Pauwels, Henrics voorschreven huisvrouw, deze gichte gelaudeerd heeft.

 

1532, laatste dag februari. Folio 27

Jan Hoefmans als momber van zijn huisvrouw Magriet Wijnen heeft ontvangen de goederen die hem verstorven zijn na de dood van Henric Wijnen zaliger.

 

1532, laatste dag februari. Folio 27v

Elen Dreijers met haar geleverde momber Goris Snijders heeft opgedragen haar tocht van een stuk land gelegen te Scuelen 'aldaer men ter Stappen weert gaet', grenzend de heer van Lumpmen 1), de straat 2), 'die Hozen Drieschen' 3), tot behoef van Mieuwis Claes, Rener Scurmans als momber van zijn huisvrouw Kathelijn Claes, Marie Dreijers alias Claes en Gilis Claes, haar kinderen en ze heeft erop 'vertegen'. De kinderen werden erin gegicht met recht.

Nu tocht en erve samen zijn, hebben de voorschreven Mieuwis Claes, Rener Scurmans als momber van zijn huisvrouw Katelijn en Marie Claes met haar geleverde momber Rener Scurmans het voorschreven goed opgedragen tot behoef van Jacop Kannarts voor 18 rinsgulden Brabants geld eens 'oft aner goet gelt'. Jacop werd erin gegicht en gegoed met recht.

 

1532, laatste dag februari. Folio 28

Pauwels Scurmans als momber van zijn huisvrouw Heilof Hannarts heeft een stuk broek opgedragen gelegen te Coersel 'in die Peerre Beempde', grenzend Meelis Vaes 1), Art Vaes 2) en Jan Mommen 3), voor 61 rinsgulden Brabants gevalueerd geld eens. Tot behoef van Henrick Vaes, die erin gegicht en gegoed werd met recht.

 

1532, laatste dag februari. Folio 28v

Lambrecht Scrijcx heeft een stukje broek opgedragen gelegen te Coersel 'int Lanck Hout', grenzend Jan Smeets 1), Rener Scrijcx 2) en Wouter Vrancken 3), als een pand voor 3 rinsgulden en 5 stuivers Brabants geld jaarlijks, voor 60 rinsgulden Brabants geld. Tot behoef van Jan Rutten die erin gegicht werd met recht.

 

1532, 02 maart. Folio 29

Met het gerecht werd voor Gielis Scrijcx een stukje vroente gepaald aan zijn erve hem vroeger aan de Scryck Heide gepaald, waar hij de heer jaarlijks 2 denier (penningen) grond ceijs van geldt.

 

1532, 02 maart. Folio 29

Voor Heilke Wijnen werd met het grecht gepaald een stuk vroente uit de Scryck Heiden', grenzend Tiewis Pelsers 1), die gemeijn heide aan alle andere zijden. Zij geldt hiervan aan de heer 3 denier (penningen) grondcijns.

 

1532, 02 maart. Folio 29v

Met het gerecht werd voor Jan Convents zoon van Henrick Convents een stuk uit de vroente gepaald te Geenen Stall, palend sijn selfs erve dat hij van de Brabantse heer genomen heeft. Hij geldt ervoor 2 denier grondcijns.

 

1532, 02 maart. Folio 29v

Met het gerecht werd voor Pauwels Doeven een klein stukje erf gepaald gelegen 'achter die lazarie', grenzend de straat 1), Henrick Bosmans 2). Hiervan geldt hij 1 denier grondcijns.

 

1532, 02 maart. Folio 29v

Voor Willem Vintgens alias Hoefmans werd met het gerecht een stukje vroente gepaald gelegen aan 'die Scryck Heide' waaraan het paalt op twee zijden en zijn eigen erf aan twee zijden. Hij geldt ervan 2 denier grondcijns.

 

1532, 14 maart. Folio 32v

Magriet Wijnen met haar geleverde momber Joris Wijnen heeft opgedragen de tocht die zij heeft van een stuk beemd te Coersel gelegen, palend Rener Opstraet 1), Goris Van Eertwech 2), tot behoef van haar kinderen Merike en Appollonia die tot tocht en erve gekomen zijn met recht. Vans gelijken heeft Heilof Wijnen ook met haar geleverde momber Joris Wijnen haar tocht opgedragen van het voorschreven erf tot behoef van haar twee kinderen Jan en - (niet vermeld) die ook tot tocht en erfve gekomen zijn met recht.

Daarna kwamen Merten Buijsen met zijn huisvrouw Appollonia Wijnen en Merike Wijnen met haar geleverde momber Jan Wijnen en Jan Wijnen zoon van Heilof Wijnen, Laureijs Wijnen, Jan Wijnen zoon van Jan Wijnen, Peter Beateren met zijn huisvrouw Oijke Wijnen, Jan Vos met zijn huisvrouw Katlijn Wijnen, Jan Wijnen zoon van Henrick Wijnen, Jan Moens met zijn huisvrouw Heilof Wijnen en IJken Wijnen en Katlijn Wijnen dochter van Art Wijnen met haar geleverde momber Gilis Coppens, Wouter Vanden Brouck met zijn huisvrouw Marie Wijnen en ze hebben samenderhand een stuk beempt opgedragen te Coersel gelegen, grenzend Rener Op Straet 1) en Goris van Eertwech 2) voor 177 rinsgulden Brabants geld eens. Tot behoef van Jan Houfmans, die erin gegicht werd met recht.

 

1532, 11 april. Jaergedinge nae Beloeken Paeschen. Folio 35

Dionijs Mertens van Coersel heeft opgedragen zijn gedeelte in een beempdeke gelegen bij 'den Valken Boerch', grenzend Henrick Kenens 1), Gijsbrecht Pouwels 2), tot behoef van Mathijs Mertens en Lijsbeth Mertens voor 22 rinsgulden Brabants geld. Mathijs en Lijsbeth kwamen ter gichte met recht.

 

1532, 11 april. Jaergedinge nae Beloeken Paeschen. Folio 35

Rener Schrijcx van Coersel met zijn huisvrouw Lijsbeth van Heist heeft opgedragen een stukje broek gelegen te Coersel in Oversel, grenzend Jan Knapen 'inden middelt' en tussenbeide de beek 'ter ander' en Henrick Tijs 3) en dezelfde Rener 4). Voor 22 rinsgulden Brabants geld tot behoef van Jan Knapen, die ertoe gekomen is met recht.

 

1532, 11 april. Jaergedinge nae Beloeken Paeschen. Folio 35v

Henrick Vanden Broeck en Henrick Vleeminck hebben afstand gedaan van elkaars part op een bos geheten 'dat Bercken Lant' volgens de inhoud van hun deling. Henrick Vanden Broeck moet wel volgende maandag in de hof van Linterbeeck te Linter gelegen komen en hij moet daar ook op Henrick Vleeminck vertijen van de goederen die daar sorteren. Waarschijnlijk krijgt Henrick Vanden Broeck het bos, maar dat is niet duidelijk.

 

1532, 11 april. Jaergedinge nae Beloeken Paeschen. Folio 36

Rener Scurmans heeft aan Joris Kelberichs de naderschap bekend van het goed hierna. Rener Scurmans heeft opgedragen de koop die hij gedaan heeft tegen Tijs Bogarts tot behoef van Joris Kelberichs die ter gichte is gekomen met recht.

 

1532, 11 april. Jaergedinge nae Beloeken Paeschen. Folio 36v

Jan Sagers zoon van koster Dries Sagers heeft gekweten en kwijtgescholden aan Joris Kelberichs het halve mudde rogge dat Jan Gelden had aan panden die Rener Scurmans aan Joris heeft overgegicht.

 

1532, 25 april. Folio 38v

Jan Vaes van Hechtel met zijn huisvrouw Marie Baerts heeft opgedragen anderhalve zille broek gelegen te Coersel onder Oversel, grenzend Peter Nobels 1), Wouter Jueten 2), voor 70 rinsgulden Brabants geld tot behoef van Bartholomeuwis Beerten. Bartholomeus is ter gichte gekomen met recht.

 

1532, 25 april. Folio 39

Wouter Van Doernick als momber van zijn huisvrouw Marie Sculens, Wilbaert Vaes van Huesden momber van zijn huisvrouw Berbe Sculens, Henrick Tijs van Hechtel als momber van zijn huisvrouw Eelen Sculens hebben de goederen ontvangen die hen aangestorven zijn na de dood van hun ouders zaliger.

 

1532, 25 april. Folio 39v

Aelbrecht Cronen heeft opgedragen de tocht die hij heeft van een bos in Scuelen gelegen, grenzend sheren straet aan twee zijden en Lenart van Gelmen 3). Bovendien nog een stuk land van een boinder groot omtrent grenzend sheren straet 1) en Claes Vanden Roije 2) tot behoef van Mathijs Mons alias Heitens als momber van zijn huisvrouw Lijsbeth Ruelens, Claes Ruelens en Jan Vervoert als momber van zijn huisvrouw Magriet Van Doernick. Deze personen zijn ertoe gekomen met recht. (ook voor het tweede stuk gaat het over het vruchtgebruik, hoewel dit er niet expliciet staat.)

Dadelijk daarna, nu tocht en erve in dezelfde handen zijn, hebben de voorschreven personen Claes Ruelens, Mathijs Heitels als momber van zijn huisvrouw Lijsbeth Ruelens en Jan Vervoert als momber van zijn huisvrouw Magriet Van Doernick het voorschreven goed opgedragen tot behoef van Claes Vanden Roije voorschreven voor 200 rinsgulden Brabants geld eens. Claes is ter gichte gekomen met recht.

 

1532, 25 april. Folio 40

Jan Scuelens heeft voor hem en voor zijn broeder Lenart Scuelens de goederen ontvangen die hun aangestorven zijn na de dood van hun ouders zaliger.

 

1532, 25 april. Folio 40v

Jan Snijders heeft opgedragen een heide in 'die Wolfs Keel' gelegen, grenzend Lemmen Stapparts 1), Beater Wellers 2) en die gemeyn straet 3) voor 4 stuivers erfelijk en 3 rinsgulden gereed geld (contant). Tot behoef van Sijmon Croechs, die ter gichte kwam met recht.

 

1532, 25 april. Folio 40v

Jan Poelmans heeft een bloeck opgedragen gelegen te Zourle, grenzend meester Jan Clingermans erfgenamen 1), sheren straet 2) en Frans Stapparts 3) voor 40 rinsgulden Brabants gereed geld tot behoef van Reynke Scurmans, die ter gichte is gekomen met recht.

 

1532, 25 april. Folio 41v

Truijke Peters alias Baens heeft de goederen ontvangen die haar aangestorven zijn na de dood van Art Baens, haar vader zaliger.

 

1532, 25 april. Folio 41v

Merten Wagemans met zijn huisvrouw Oije Poels heeft opgedragen zijn gedeelte van huis en hof te Zourl gelegen, grenzend sheren straet aan twee zijden en Wouter Stapparts 3) tot behoef van Goijvarts Vanden Hoeven voor 9 rinsgulden Brabants geld. Govart werd erin gegicht met recht.

 

1532, 09 mei. Folio 42

Lenart Scuylens van Hechtelt heeft opgedragen het vierdedeel van een stuk broek gelegen te Coersel onder Oversel, grenzend Jan Oijen 1), die Roije Beeck 2) en 'die Groet Beeck' 3), tot behoef van Jan Scuylens, zijn broer, voor 9 rinsgulden Brabants geld. Jan is ter gichte gekomen met recht.

 

1532, 16 mei. Folio 44

Henrick Thijs met zijn huisvrouw Alet Scuelens, Wilboert Vaes van Huesden met zijn huisvrouw Barbel Scuelens, Wouter van Doernick met zijn huisvrouw Marie Scuelens hebben hun gedeelte van een stuk broek opgedragen in Oversel gelegen, grenzend 'den Cromp Hals' 1), Jan Oyten 2) en 'die Groet Beeck' 3). Voor 27 rinsgulden Brabants geld tot behoef van Jan Scuelens. Jan werd erin gegicht met recht.

 

1532, 16 mei. Folio 44v

Willem Frans met zijn huisvrouw Lijsbeth Pouwels heeft een stuk land opgedragen gelegen onder Scuelen, palend heer Gijsbrecht Kelberichs 1), Jan Poels erfgenamen 2) en Loyck Dormaels 3), tot behoef van Henricx Van Heerl voor 29 rinsgulden en een halve Brabants geld. Henrick is ertoe gekomen met recht.

 

1532, 19 mei. Folio 45

Cristijn Vander Linden met haar geleverde momber Geert Vanden Linden heeft haar tocht opgedragen van een stuk broek gelegen Int Lutkensoeur, grenzend mijn vrouwe van Lumpmen 1), de Demer 2) en 'die Laeck' 3), tot behoef van haar kinderen Geert Vanden Linden, Vaes Vanden Linden, Mereij Vanden Linden, Lijsbeth, Cristijn en Anna Vanden Linden die daarmee tot tocht en erve zijn gekomen met recht.

Dadelijk daarna, nu tocht en eigendom samen zijn, hebben Geert en Vaes en Merey, Lijsbeth en Cristijn met hun geleverde momber meester Jan van Gelmen dit voorschreven stuk broek opgedragen tot behoef van Jannes Van Scaffen voor 6 gouden cronen boven alle lasten en onkosten. Jannes is ertoe gekomen met recht. Geert, Vaes, Merike, Lijsbeth en Cristijn met hun momber hebben beloofd en toegezegd dat ze hun zuster deze gicht zullen laten lauderen als ze oud genoeg zal zijn.

 

1532, 28 mei. Folio 45v

Claes Hubrechts heeft zijn gedeelte, het derde deel van twee half bonder broek opgedragen, gelegen het ene op de Laeck, grenzend Tijs Moens 1) en Poel Poels 2). Het andere is gelegen 'Int Fraessenbrouck', palend Truyke Minbiers 1), Henrick Tijs kinderen 2) en Tieuwis Herien 3). Opgedragen voor 43 rinsgulden boven alle lasten, Brabants geld. Tot behoef van heer Bartholomeuwis van Doernick, die daartoe is gekomen met recht.

 

1532, 06 juni. Folio 47

Art Vaes met zijn geleverde momber Peter Maechs heeft een stuk land opgedragen gelegen te Coersel, palend Meelis Vaes 1), Peter Van Leelen 2), tot pand voor een halve mudde rogge en 1 rinsgulden jaarlijks, tot behoef van Art Van Postel. Voor 30 rinsgulden Brabants geld eens. Te kwijten met gelijke penningen. Art Van Postel is ertoe gekomen met recht. De philipsgulden wordt gerekend aan 25 stuiver en het ander geld nae advenant en 1 stuiver voor 1 stuiver.

 

1532, 06 juni. Folio 48

Henrick Vernijen heeft een half mud koren opgedragen dat hij gelden had aan panden van Rener Swinnen en die Henrick Vernijen in 1530 op de laatste dag van juni van Renier gekocht had. Opgedragen tot behoef van Joris Kelberichs voor 5 vat koren jaarlijks die Joris kort geleden van Henrick gekocht heeft. Henrick zal Joris 3 rinsgulden eens geven voor een van de vijf vaten. Joris is ertoe gekomen met recht. (Joris verwerft dus het half mud koren jaarlijks aan panden van Renier Swinnen. Henrick kwijt zijn last van vijf vat hiermee aan Joris.)

 

1532, 06 juni. Folio 48

Geert Meeus van Hechtelt heeft een beemd opgedragen, gelegen bij 'den Hoghen Bosch' te Coersel, met uitzondering van de tocht van Geert daarin, tot behoef van zijn drie kinderen Huybrecht, Aert en Geert. Zijn kinderen zijn hierin gekomen met recht.

 

1532, 27 juni. Jaargeding na Sinte Jans dach. Folio 50

Thijske Bogaerts heeft opgedragen zijn huis en hof aan t Stappenheiken gelegen, grenzend sheren straet 1), Geerken Cannarts 2), Geerken Lemmens 3), als een pand voor een half mudde rogge jaarlijks. Elk vat moet met 5 stuivers Brabants betaald worden. Voor 12 rinsgulden Brabants geld eens waarmee het kan gekweten worden. Opgedragen tot behoef van Reynke Scurmans, die ter gichte kwam met recht.

 

1532, 27 juni. Jaargeding na Sinte Jans dach. Folio 50v

Jaspar Wellens met zijn huisvrouw Katlijn Niellens heeft opgedragen een stuk land gelegen tGhenen Stal, grenzend sheren straet 1), Jaspar voorschreven 2) en Henrick Nielens 3), voor 37,5 rinsgulden eens. Opgedragen tot behoef van Henrick Niellens voorschreven, die ertoe gekomen is met recht.

 

1532, 27 juni. Jaargeding na Sinte Jans dach. Folio 51v

Anna Witters en Lijsbeth Witters hebben als hun mombers Aert Witters en Michiel Maechs gesteld met recht.

 

1532, 27 juni. Jaargeding na Sinte Jans dach. Folio 51v

Vervolgens zijn Anna en Lijsbeth Witters verschenen met hun voorschreven mombers en hebben al hun goederen, die hier sorteren en gelegen zijn in Oversel, opgedragen voor 40 rinsgulden Brabants geld eens tot behoef van Jan Witters, die ter gichte is gekomen met recht.

 

1532, 27 juni. Jaargeding na Sinte Jans dach. Folio 53

Rener Swinnen heeft opgedragen de 8 stuivers jaarlijks die hij gelden had aan Lemken pande te Scuelen aan 'geen leem cuijlen' gelegen, grenzend Jan Luyten 1), de gemeijn strate 2), voor 6 rinsgulden en 6 stuivers Brabants geld. Hij heeft er met recht afstand van gedaan tot behoef van Jan zoon van Peter Scurmans, die ertoe gekomen is met recht.

 

1532, 13 juli. Folio 54v

Merike Wiggers alias Duytschen met haar geleverde momber Peter Neven der alde heeft 10 stuivers jaarlijks en erfelijk opgedragen die ze gelden had aan pand van Jan Snijers, namelijk aan een hof gelegen te Sculen, palend de straat aan twee zijden, Jacop Vanden Vinne 3) en Poels Poels 4). Draagt tevens 5 stuivers op die ze gelden had aan de goederen van de kinderen van Peter Joes zaliger, namelijk aan een stuk broek geheten 't Gielis Brouck', grenzend Herman Borgelins 1), de Laeck 2). Deze renten waren haar aangestorven na de dood van Gielis Duytschen, haar broer zaliger. De som en de panden van de 5 stuivers hoven in de hof Vander Heilicheit. Tevens draagt ze 5 stuivers jaarlijks en erfelijk op die ze gelden had aan huis en hof toebehorend aan de kinderen van wijlen Peter Joes, die haar ook aangestorven zijn na de dood van haar voorschreven broer. Ze heeft er afstand van gedaan met haar momber tot behoef van Herman Borgelins voor 14 rynsgulden Brabants. Herman is tot de gichte gekomen.

 

1532, 22 juli. Op Sinte Marien Magdalenen dach. Folio 55v

Merike Wiggers met haar geleverde momber heeft begeerd om 'gewalt geslagen te hebben Dries Inden Bosch' van haar goederen tShoyeters gelegen. Dit werd ter rollen gewezen en bekwame dag van genachte op de derde dag.

 

1532, 22 juli. Op Sinte Marien Magdalenen dach. Folio 55v

Heer Raes van Herck heeft de goederen ontvangen die hem aangestorven zijn na de dood van zijn zuster Kathelijn zaliger.

 

1532, 24 juli. Folio 55v

Dries Inden Bosch verscheen voor het recht.

 

1532, 12 september. Folio 57

Claes Vanden Roije alias Geerts heeft een stuk broek opgedragen 'opt Lutkensuer' gelegen, groot omtrent 1,5 zille, grenzend 'die Demer' 1), de heer van Lumpmen 2), die Laeck 3), rijdend tegen Jannes van Scaffen. Opgedragen voor 58 rinsgulden Brabants gevalueerd geld tot behoef van Joannes Van Scaffen voorschreven, die ter gichte is gekomen met recht. Claes heeft beloofd op al zijn goederen om het Jannes goed te doen indien hij enige hinder zou ondervinden vanwege deze koop.

 

1532, 03 oktober. Jaergedinge nae Sinte Remeijs dach. Folio 62

Jan Poels met zijn huisvrouw Marie Vernijen heeft opgedragen huis en hof in Scuelen gelegen, grenzend de straat 1), Reynke van Malborch 2), als een pand voor 1 rinsgulden erfelijk Brabants geld voor 16 rinsgulden Brabants. Verkocht aan Marta Coex. Marta is ertoe gekomen met recht.

 

1532, 03 oktober. Jaergedinge nae Sinte Remeijs dach. Folio 62v

Leys Jans heeft met zijn huisvrouw Lijske Bogaerts opgedragen een heide gelegen 'in die Wolfs Keele', grenzend de straat 1), IJken Pipen 2), voor 5 rinsgulden Brabants geld aan Loijch Vernijen. Loijck is ertoe gekomen met recht.

 

1532, 03 oktober. Jaergedinge nae Sinte Remeijs dach. Folio 63

Jaspar Wellens met zijn huisvrouw Katlijn Nielens heeft opgedragen een schuur met een hofstat waar ze op staat gelegen 't Gheene Stal', grenzend Jaspar voorschreven aan 2 zijden en Henrick Melkens 3), voor 12 rinsgulden Brabants geld, tot behoef van Henrick Melkens. Henrick is ertoe gekomen met recht op voorwaarde dat hij door de 'mesthof' van Jaspar zal mogen varen tot dit goed. (Mesthof niet letterlijk nemen. Hiermee bedoelde men het erf van de boerderij, dus open plaats tussen de gebouwen.)

 

1532, 17 oktober. Folio 65

Jan Reijners heeft opgedragen 2 gulden jaarlijks die hij gelden heeft op en aan huis en hof gelegen in Coersel en aan een daechmael broek daar achter gelegen, volgens de gezegelde broef ervan verduidelijkt, tot behoef van de eerw. heren deken en kapittel van Sint Jans Baptisten binnen Diest om de donderdagsmis van het E.H. Sacrament te laten celebreren volgens de inhoud en de voorwaarden van de fundatie. Heer en meester Willem Bloemarts, 'canoninck ende cantor der collegiale kercken van Sint Jans' voorschreven, is in de 2 gulden erfelijk gegicht en gegoed met recht.

 

1532, 17 oktober. Folio 65v

Jan Reyners van Diest wil gecertificeerd hebben hoe Reyner Mertens vroeger opgedragen heeft 2 rinsgulden jaarlijks, hoe en op en aan welke panden tot behoef van Jan Reyners voorschreven. Ze certificeren dat ze het volgende vonden op 6 februari 1482.

Reyner Mertens heeft opgedragen 2 rinsgulden jaarlijks met valdag op Sinte Mertensmisse. Deze last mag men afleggen met 36 rinsgulden en met volle rente. Hij staat aan huis en hof, grenzend 'die persoen' O, Henrick Custers W en des heeren straet 3) en nog aan een dachmael broek achter het voorschreven goed gelegen, grenzend 'die persoen' O en Reyner die Voecht W. De goederen zijn verder enkel belast met de grondcijns. Verkocht aan Jan Reynders zoon van Henrick, die erin gegicht werd met recht.

Dadelijk daarna heeft Jan Reijnders voorschreven deze 2 rinsgulden jaarlijks voorschreven opgedragen tot behoef van de E.H. dekens en het kapittel van Sint Jans Baptista binnen Diest ter hulp en tot behoef van de donderdagsmis van het E. Heilig Sacrament te doen celebreren volgens de fundatie van de mis. Heer en meester Willem Bloemarts, kanunnik en cantor van de collegiale kerk van Sint Jan voorschreven, is tot behoef van de voorschreven heren dekens en het kapittel 'met menisse des meijers ende vonniss der scepenen' in de 2 rinsgulden gegicht en gegoed met alle vormen van recht.

 

1532, 17 oktober. Folio 66v

Willem Vyfeycken met zijn geleverde momber Wouter Nijlis en Wouter Jans kwijten de kinderen van Jan Poelmans en hun panden van een mudde rogge kwijtpacht dat zij gelden hadden aan de voorschreven panden. Indien er hinder kwam, dan zullen Willem en Wouter die op hun nemen en eraf doen.

 

1532, 17 oktober. Folio 66v

Art Smeets van Laeck heeft opgedragen een stuk broek onder Coersel gelegen, grenzend Jan Tielens 1), de beek 2) en Toenis Witters 3), tot behoef van zijn zoon Jan. Voor 30 rinsgulden Brabants geld eens. Jan is tot de gichte gekomen met recht.

 

1532, 17 oktober. Folio 67

Peter Wijnen houdt de gichte van macht die zijn broer Jan Wijnen vroeger aan Jan Hoefmans heeft gedaan.

 

1532, 14 november. Folio 70

Jannes Op Straet, IJda Op Straet, Heilwich Op Straet, Elizabeth Op Straet hebben de goederen ontvangen die hen verstorven zijn na de dood van hun broer Merten Op Straet zaliger.

 

1532, 14 november. Folio 70

Peter Van Grunendael heeft voor de kinderen van Rener Op Straet, namelijk de broers Jan, Philips, Rener, Huybrecht, Peter Op Straet en voor de kinderen van Cristijn Op Straet, namelijk broer en zusters Rener, Marie en Susanna Op Straet, de goederen ontvangen die hen aangestorven zijn na de dood van hun ouders zaliger.

 

1532, 14 november. Folio 70

Jannes Op Straet met zijn geleverde momber Henrick Goijens, Peter Van Grunendael momber van zijn huisvrouw Elizabeth Op Straet, Peter Jans momber van zijn huisvrouw Heilwich Op Straet, IJda Op Straet met haar geleverde momber Peter Van Grunendael hebben opgedragen 2 mudde rogge jaarlijks die ze gelden hebben aan panden van Henrick Wynen in het gemeijn broeck in Coersel gelegen; nog een mudde rogge jaarlijks die ze gelden hebben aan pand van wijlen Henric Snoex dat nu toebehoort aan Jan Sentens; nog een mudde rogge jaarlijks dat ze gelden hebben aan pand van Peter Bullekens tot behoef van de kinderen van Anna Op Straet, namelijk Ariaen, Jaspar, Marie, Cristijn. Jaspar Hillen is tot de gichte gekomen van de voorschreven mudden koren tot behoef van de kinderen van Anna Op Straet voorschreven met recht. Voorwaarde is dat Anna, de moeder van deze kinderen in de voorschreven mudden koren haar tochtrecht zal behouden zolang ze leeft. Mocht Anna hertrouwen en weer wettige kinderen krijgen, dan zullen ook de nakinderen gerechtigd zijn met de voorschreven kinderen in deze mudden. Voorwaarde is nog dat Marie Joerdens de tocht zal behouden van het mudde rogge dat aan panden van Jan Sentens staat, zolang ze leeft.

 

1532, 14 november. Folio 71

Katlijn Loers met haar geleverde momber Art Teggers heeft haar tocht opgedragen van een halve bonder beemd gelegen in Oversel, grenzend 'tGroet Brouck' 1), 'den Hogen Bosch' 2), meester Jan Liebens 3), tot behoef van haar zoon Art Loers en Art Tielens als momber van zijn huisvrouw Eelen Loers, die daartoe met reecht zijn gekomen.

Dadelijk daarna, nu tocht en erve samen zijn, heeft Art Tielens voorschreven zijn gedeelte van het voorschreven half bonder beemd opgedragen aan Art Loers voor 9 rinsgulden Brabants geld. Art Tielens werd ein in de naam van Art Loers in gegicht en gegoed met recht.

 

1532, 14 november. Folio 71

Jan Op Straet zoon van Rener Op Straet heeft opgedragen een stuk broek gelegen 'int Lanck Hout', grenzend Goris Van Eertwech 1), de H. Geest van Coersel 2) en 'den Eschelen Bosch' 3), tot behoef van de kinderen van Anna Op Straet namelijk Ariaen, Jaspar, Marij en Cristijn. Jaspar Hillen is tot behoeef van de voorschreven kinderen tot de gichte gekomen met reecht.

 

1532, 28 november. Folio 73v

Jacob Everarts heeft opgedragen het halve mudde rogge en 13 stuivers jaarlijks dat hij gelden heeft aan panden van Art Vaes in Coersel gelegen, namelijk aan een beemd in Oversel geheten 'den Peerre Beempt', tot behoef van Art Bungers, die ertoe gekomen is met recht.

 

1532, 12 december. Folio 75v

Anna Kenens en Katlijn Moens met hun geleverde momber Peter Neven die Jonge, die hen met recht werd verleend, en Cristijn Kenens met haar door het recht geleverde momber Peter Cornelis hebben elk apart opgedragen hun tocht van een stuk broek geheten 'die Eechde' in Coersel gelegen, grenzend Henrick Goijens aan 2 zijden, Vaes Vanden Putte kinderen 3) en de beek 4), tot behoef van hun kinderen. Dat gaat bij Anna om Henrick Hoefmans als momber van zijn huisvrouw Marie; bij Katlijn Moens om haar zoon Peter en bij Cristijn tot behoef van haar zoon Henrick. De kinderen zijn hiermee tot tocht en erve gekomen met recht.

Dadelijk daarna, nu tocht en erve samen zijn, hebben Henrick Hoemans als momber van zijn huisvrouw Marie Moens, Peter Kenens en Henrick Kenens het voorschreven stuk broek 'dEechde' opgedragen tot behoef van Henrick Goijens voor 175 rinsgulden Brabants gevalueerd geld eens. Henrick Goyens is tot de gichte gekomen in het broek met recht op voorwaarde dat hij aan Peter en Henrick in afkorting van 125 rinsgulden Brabants van de voorschreven som overgichten zal 2 mudde rogge jaarlijks en 3 'golde' gulden jaarlijks en de rest moet hij betalen in goed Brabants geld.

Dadelijk daarna heeft Henrick Goyens met zijn geleverde momber Peter Neven die jonge opgedragen de 2 mudde rogge jaarlijks die hij gelden heeft aan pand van Jan Sentens en pand van Henrick Berch en nog 1 goudgulden jaarlijks die hij gelden heeft aan pand van Jan Tielens in Castel tot behoef van Peter Kenens, volgens de voorschreven voorwaarden. Peter is ertoe gekomen met recht.

Henrick Goijens heeft nog opgedragen de twee goudgulden jaarlijks die hij gelden had aan pand van de kinderen van Adriaen Duncops tot behoef van Henrick Kenens, eveneens volgens de voorschreven voorwaarden. Henrick Kenens is tot de gichte gekomen met recht.

 

1533, 09 januari. Jaergedinge nae derthien dach. Folio 78

Jan Hauben met zijn huisvrouw Dingen Custers en Loijck Beckers hebben kwijtgescholden en gekweten het mudde rogge jaarlijks kwijtpacht dat ze gelden hebben aan pand van Henrick Jueten in Coersel gelegen. Ze kweten zowel Henrick als het pand.

 

1533, 09 januari. Jaergedinge nae derthien dach. Folio 78

De broers Loijck Beckers en Jan Beckers hebben afstand gedaan van hun rechten op elkaars deel van hun deling. Loyck zal het huis hebben met de halve hof daaraan gelegen waar zijn vader uitgestorven is en de helft van 'den Paelmans Hoeven' oostwaarts gelegen; tevens een stuk broek ter Brabantse aarde gelegen. Jan zal de andere helft hebben van de voorschreven hof met de schuur en het andere gedeelte van de 'Paelmans Hoeve'; nog een stuk broek geheten 'den Knoeps Beempt' en nog hun gedeelte in 'die Stuck' en in 'die Donck'.

 

1533, 09 januari. Jaergedinge nae derthien dach. Folio 78v

Jan Nobels en Tielen tSgreven als momber van zijn huisvrouw Marie Nobels en Anna Nobels hebben de goederen ontvangen die hen aangestorven zijn na de dood van hun ouders zaliger.

 

1533, 09 januari. Jaergedinge nae derthien dach. Folio 78v

Tielen tSgreven met zijn huisvrouw Marie Nobels en Anna Nobels met haar geleverde momber Henrick Goyens hebben hun gedeelte opgedragen van een stukje broek gelegen in Coersel 'int Groet Brouck' voor 20 rinsgulden Brabants geld eens tot behoef van Jan Nobels. Jan is ertoe gekomen met recht.

 

1533, 09 januari. Jaergedinge nae derthien dach. Folio 78v

Henrick Goijens heeft in de naam van de kinderen van Anna Opt Straet, namelijk Adriaen, Jaspar, Marij en Cristijn, de goederen ontvangen die hen verstorven zijn na de dood van hun ouders.

 

1533, 09 januari. Jaergedinge nae derthien dach. Folio 79

Govaert Punters heeft bekend dat hij de hoffstat die hem vroeger gepaald is geweest, ontvangen heeft en opgenomen heeft tot behoef van de eerste kinderen van zijn huisvrouw omdat het aan hun goed gelegen en gepaald is.

 

1533, 09 januari. Jaergedinge nae derthien dach. Folio 79v

Rener Swinnen heeft opgedragen zijn huis en hof 'op die Stap' gelegen, grenzend Jan Luyten 1), 'die gemeijn straet' 2) als een pand voor een half mud rogge erfelijk voor 14 rinsgulden Brabants gevalueerd geld. Opgedragen tot behoef van Jan Scurmans, zoon van Peter, die tot de gichte is gekomen met recht.

 

1533, 09 januari. Jaergedinge nae derthien dach. Folio 80

Jan Sijbens met zijn huisvrouw Tuen Mertens heeft opgedragen de tocht die Tuen heeft aan een heike gelegen 'opt Stappenheiken', grenzend Loyck Cronen 1), sheren straet 2), tot behoef van Marten Stapparts, Henrick Stapparts en Griet Stapparts, de kinderen van Tuen voorschreven. De kinderen zijn hiermee tot tocht en erve gekomen met recht.

Dadelijk daarna nu tocht en erf samen zijn, hebben Marten en Henrick het voorschreven heike opgedragen voor 12 rinsgulden Brabants geld eens tot behoef van Geert Pijls. Geert is ertoe gekomen met recht.

 

1533, 23 januari. Folio 82

Heilloff Jannes alias Int Molen IJser kwijt Henrick Hoefmans van Coersel en zijn panden vaan een mudde koren jaarlijks. Hij bekent dat hij 18 rinsgulden Brabants ontvangen heeft. Mocht het hoger te kwijten staan, dan zal Henrick dat bijleggen.

 

1533, 06 februari. Folio 82

Jan Binnemans van Coersel heeft opgedragen een stuk land geheten 'die Zille' in Coersel gelegen, grenzend Henrick Moens 1), Peter Leijssen 2), voor 55,5 rinsgulden Brabants geld eens. Jan Meijntens is ertoe gekomen met recht. Het goed is belast met 1/5 van een vaet koren grondcijns aan de heer van Lumpmen.

 

1533, 06 februari. Folio 84v

Huybrecht Scepers met zijn huisvrouw Lysbeth en Jacop Van Exel als momber van zijn huisvrouw hebben opgedragen hun gedeelte van een stukje broek gelegen in Oversel, grenzend Henrick Goyens 1), Peter Eelen 2) en Kaerle Lieuwis 3), voor 32 rinsgulden Brabants gevalueerd geld. Verkocht aan Ariaen Wellens, die tot de gichte is gekomen met recht.

Op 10 juli 1533 heeft Heilof Keeskens, de huisvrouw van Jacob Van Exel voorschreven, de gicht van waarde gehouden die haar man Jacob hiervoor gedaan heeft.

 

1533, 06 februari. Folio 86

Henrick Vaes heeft opgedragen een stuk broek gelegen 'inden Peerre Beempdt', grenzend Art Vaes 1)n Melis Vaes 2) en Jan Mommen 3), sheren straet 4), in ruil voor een zille broek gelegen in Haexelaer, grenzend Ariaen die Smeet 1), Jan Hoefmans 2) en Peter de Molder 3), tot behoef van Henrick Vanden Putte. Henrick Vanden Putte geeft aan Henrick Vaes nog 30 rinsgulden met de hoefrechten toe. Henrick Vanden Putte is ertoe gekomen met recht.

Vervolgens draagt Henrick Vanden Putte het voorschreven stuk broek op tot behoef van Henrick Vaes, die tot de gichte is gekomen met recht.

 

1533, 06 februari. Folio 88v

Lijsbeth Witters met haar geleverde momber Henrick Goijens heeft opgedragen de tocht die ze had aan al de goederen die hier sorteren tot behoef van Eel Oyen als momber van zijn huisvrouw Griet Witters, die hiermee tot tocht en erf kwamen met recht.

Dadelijk daarna, nu tocht en erve samen zijn, heeft Eel met zijn huisvrouw opgedragen hun kindsgedeelte hier boven opgedragen voor 50 rinsgulden Brabants geld en 5 stuivers eens, tot behoef van de kinderen van Crijn Kenens, namelijk Peter en Heijn. Crijn is ter gichte gekomen met recht voor zijn twee kinderen met uitzondering van zijn tocht aan dit goed zijn leven lang, maar Lijsbeth Witters voorschreven houdt haar tocht ook eraan.

 

1533, 06 februari. Folio 89

Henrick Snijers met zijn huisvrouw Anna Duncops en Jan Cuypers met zijn huisvrouw Katlijn Duncops hebben opgedragen hun kindsgedeelte in Castel gelegen, voor 80 rinsgulden Brabants geld eens, tot behoef van Jan Rutten van Hechtel. Jan Rutten is tot de gichte gekomen van het kindsgedeelte met recht.

 

1533, 06 februari. Folio 89

Jan Rutten van Hechtelt heeft opgedragen 14 halster rogge jaarlijks zoals hij gelden heeft aan pand van Jan Raymekers in Haexelaer gelegen. Die staan te kwijten met 38 rinsgulden en 5 stuivers Brabants geld eens. Opgedragen tot behoef van Henrick Snyers als momber van zijn huisvrouw Anna Snijers, die tot de gichte is gekomen met recht. Mocht blijken dat het pand niet voldoende is voor deze 14 halster rogge, dan mogen Henrick en zijn nakomelingen dit halen aan de Loonse goederen van Jan.

 

1533, 06 februari. Folio 89v

Leijs Jans met zijn huisvrouw Lijsbeth Bogaerts heeft opgedragen zijn huis en hof op 'die Stappe' gelegen, grenzend de straat 1), Geert Kannarts 2) en nog 2 heikens aan het voorschreven goed gelegen voor 35 rinsgulden Brabants geld eens boven de uitgaande lasten. Huybrecht Beckers is tot de gichte gekomen met recht.

 

1533, 06 februari. Folio 90

Brigitta Tax met haar geleverde momber Peter Kenens heeft opgedragen haar tocht die ze bezit na de dood van haar man van de goederen die hier sorteren tot behoef van haar kinderen Jan Wynen en Jan Moens als momber van zijn huisvrouw Heilof Wynen. De kinderen zijn hiermee tot tocht en erve gekomen met recht.

Dadelijk daarna, nu tocht en erve samen zijn, hebben Jan Wynen en Jan Moens als momber van zijn huisvrouw afstand gedaan van hun rechten op elkaars deel van hun deling. Jan Wynen zal hebben de schuur met een hof voor zover die hier hooft en Jan Moens zal een beemd hebben in 'Oversloe' gelegen. Jan Wynen bekende zijn moeder Brigitte haar tocht van zijn gedeelte voorschreven.

 

1533, 20 maart. Folio 95

Lysbeth Claes met haar geleverde momber haar broer Geert Claes heeft opgedragen haar tocht van een stuk land gelegen in Castel, grenzend Jan Beckers 1), Jan Tilens 2), tot behoef van haar kinderen Anna, Lysbeth, Brij, Marij en Heilken, die hiermee tot tocht en erve gekomen zijn met recht.

Dadelijk daarna, nu tocht en erve samen zijn, hebben Anna, Lysbeth, Brij, Marij en Heilken met hun geleverde momber Geert Claes opgedragen het voorschreven stuk land tot behoef van Jan Ruttens voor de aanstaande lasten. Jan is ertoe gekomen met recht op voorwaarde dat hij aan Griet Spedincks 35 stuivers zal betalen en aan de H. Geest van Coersel 4 halster rogge en nog aan Wouter Nelis van Helchteren 1(?) mud rogge jaarlijks en nog 15 rinsgulden eens om te helpen aan de andere lasten die aan Jan Liebens staan ter Loonse aarde. Het bloeck zal vrij zijn van andere lasten die aan de overige Loonse goederen mochten staan. De voorschreven kinderen en de moeder zullen de andere onmondige kinderen voor het recht brengen om in te stemmen als ze mondig zijn. (Laatste gedeelte is moeilijk leesbaar.)

 

1533, 20 maart. Folio 96v

Gilis Coex heeft opgedragen het mudde rogge jaarlijks dat hij gelden heeft aan Luijt Hoefkens pand in Scuelen op die Stappe gelegen bij het erve van Joris Kelberich en Jan Luyten en 3) 'die gemeijn straet', tot behoef van Herman Borgelins voor een mudde rogge jaarlijks dat Herman gelden had op en aan Leijs Bijnen(?), hovend in de Brabntse bank. Gilis en Herman hebben deze goederen geruild zonder elkaar iets toe te geven. Herman is tot de gichte gekomen in het mudde rogge met recht.

 

1533, 16 april. Folio 98

Peter Winters alias Lathouwers heeft opgedragen een stuk land in Scuelen 'op den Mier' gelegen, grenzend Joris Van Wimeringen 1), Rener Van Malborge 2) en Jan Scurmans 3), als een pand voor een halve mudde koren kwijtpacht voor 12,5 rinsgulden Brabants geld, waarvoor het ook te kwijten staat. Opgedragen tot behoef van Heer Govaert Snoecx, die tot de gichte is gekomen met recht.

Op 14 februari kwam mr. Philips Vande Laer en hij bekende dat hij de hoetpenningen van het bovengeschreven half mud rogge ontvangen heeft.

 

1533, 08 mei. Folio 98v

Geert Hermans heeft opgedragen een stukje erf in Scuelen gelegen, namelijk zijn gedeelte daarvan, tot behoef van Jan Beckers in ruil voor het goed dat hierna beschreven wordt. Jan is ertoe gekomen met recht.

1533, 08 mei. Folio 98v

Jan Beckers voorschreven met zijn huisvrouw Heilof Jacops heeft opgedragen een perceeltje land 'het Hoelmans Bloeck', grenzend Merten Dynen 1), 'Copis Bloeck' 2) en Art Bosmans 4) en nog 1 rinsgulden Brabants geld jaarlijks, of 20 rinsgulden eens Brabants daarvoor. Geert Hermans is tot de gichte gekomen met recht.

 

1533, 08 mei. Folio 99

Art Vaes met zijn huisvrouw Cunegunda Keeskens heeft opgedragen hun gedeelte van een stukje broek gelegen in Oversel, palend Henric Goyens 1), Peter Eelen 2), voor 17 rinsgulden Brabants geld. Henrick Keeskens is erin ter gichte gekomen met recht op conditie dat Henric aan Aert zijn geld geven zal op hun voorwaarde.

 

1533, 29 mei. Folio 100v

Jan Greven van Scuelen heeft opgedragen huis en hof en al hetgeen waar hij macht over heeft tot behoef van Magriet Scurmans voor een half mudde rogge jaarlijks erfpacht en voor 14 rinsgulden Brabants eens te betalen. Magriet is met recht tot de gichte gekomen.

 

1533, 29 mei. Folio 100v

Jan Witters zoon van Tijs Witters heeft opgedragen zijn hele kindsgedeelte, voor zover het hier hooft, tot behoef van Jan Van Hamme, zoon van Peter van Hamme, in ruil voor een ander goed onder de bank van Exel gelegen. Jan Van Hamme is tot de gichte gekomen met recht. Jan Witters beloofde aan Jan Van Hamme dat indien die problemen zou krijgen met zijn zwager die buiten het land is, dat hij hem dat zal vergoeden.

 

1533, 26 juni. Folio 104v

Mathijs Bogaerts heeft opgedragen huis en hof op 'die Stappe' gelegen, grenzend sheren straet 1), 'dat Dreijers Goet' 2) en Geerke Lemmens 3), als een pand van een mudde rogge jaarlijks voor 23 rinsgulden Brabants geld eens. Te kwijten met gelijk geld. Opgedragen tot behoef van Lieben Coex. Mathiewis Cawenberchs is tot behoef van Lieben voorschreven tot de gichte gekomen met recht op voorwaarde dat Mathijs en zijn nakomelingen mogen betalen met 5 stuivers Brabants voor elke halster of in goed graan.

 

1533, 26 juni. Folio 104v

Mathijs Mons alias Heijtens heeft opgedragen al zijn Loonse goederen in Scuelen gelegen als een pand voor 2 rinsgulden jaarlijks Brabants geld met valdag op Lichtmisse eerstkomend. Voor 36 rinsgulden Brabants geld eens, waarmee de last ook te kwijten staat. Jannes Hoens is ertoe gekomen met alle punten van recht.

 

1533, 26 juni. Folio 105

Jan Swarts heeft opgedragen 3 vierdel broek gelegen met een zijde aan 'den Raven Beempt', 2) Heilke Herien en 3) 'den Luyten Beempt', voor 26 rinsgulden Brabants geld tot behoef van Jan Clockers, die tot de gichte is gekomen met recht.

 

1533, 26 juni. Folio 105v

Jacob Vanden Bogaerde heeft opgedragen een stuk broek in Gestel gelegen, grenzend Peter Hoecmans 1), Merten Van tSeer 2) en nog 'den halven Langen Beempt' rijdend tegen de kinderen van Jan Van Heerl, grenzend Jan Vanden Bogaerde 1), Tijs Hozen 2), tot behoef van Tijs Hoeveners voor een halve zille broek gelegen bij 'den Hauven Beempt', grenzend Art Mekers 1), de Laeck 2) en de straat 3); nog een heike gelegen opt Scurmans Eynde, grenzend 'Onsen Liver Vrouwen Bosch' 1), Lenart van Gelmen 2). Opgedragen in ruil zonder elkaar iets toe te geven. Mathijs is tot de gichte gekomen met recht.

1533, 26 juni. Folio 106

Mathijs Hoeveners heeft opgedragen de halve zille broek en het heike hiervoor vernoemd voor het goed dat Jacop Vanden Bogaerde hiervoor opgedragen heeft in ruil zoals voorschreven staat. Jacop Vanden Bogaerde is tot de gichte gekomen met recht.

 

1533, 22 juli. Folio 109

Geert Cannaerts heeft uitgegeven aan Thoen Sybens Vanden Inde en haar drie kinderen, namelijk Merten, Heyn en Griet, 2 stukken land in erfcijns onder Scuelen gelegen, grenzend 'die Heer Straet' 1) en 'die Heesen Driesen' 2), 'des joncker bosken' 3), voor 6 gulden Brabants geld min 5 stuivers jaarlijks met eerste valdag op Kerstmis eerstkomend en uiterlijk half maart. Thoen met haar kinderen zullen onderpand stellen aan Geert voorschreven. Jan Sybens is tot de gichte gekomen met recht tot behoef van de voorschreven partijen. Thoen Vanden Inde met haar wettige man en momber (niet vernoemd) en verder Henrick en Merten voorschreven hebben opgedragen huis en hof gelegen in Scuelen, grenzend 'die Custers Straet' 1) 'dat Backhuys Welt' 2); nog hierbij 'Stappers Belyck' met zijn toebehoren, grenzend 'der Luyker(?) Boss' 1) en Philips Bolvrij 2), als een onderpand voor de voorschreven jaargulden. Geert is ter gichte gekomen in het onderpand. Merten en Henrick beloofden om hun zuster voor het recht te brengen om in te stemmen als ze mondig is.

Tone Vanden Inde voorschreven met haar kinderen hebben het voorschreven goed opgedragen als een pand voor 4 rinsgulden Brabants jaarlijks (de keysersgulden voor 20 stuivers, de philipsgulden voor 25 stuivers, de stuiver voor stuiver gerekend). Af te leggen met 62 rinsgulden Brabants en met volle rente volgens verloop van tijd. Geert Cannaerts werd in de 4 rinsgulden Brabants jaarlijks gegicht en gegoed met recht. Voorwaarde is dat ze met dit geld zullen afleggen 2 mudde koren jaarlijks waarmee deze panden belast zijn, tussen dit en Sint-Andriesdag boven de voorschreven 6 gulden min 5 stuivers die daar uitgaan aan Peter Minten. Henrick en Merten hebben beloofd om hun zuster hier te brengen om in te stemmen als ze mondig is. Op 14 februari 1544 heeft Magriet Stappers alias Vanden Inde de voorschreven gicht gelaudeerd die haar broers voor haar gedaan hebben met haar geleverde momber Merten Goetbloets maar ze reserveert zich haar gerechtigdheid en haar goed recht omdat ze ervan geen geld heeft ontvangen en zij dus langer onmondig is geweest.

 

1533, 04 september. De eerste genachten na 'den oechst'. Folio 109v

Loyck Jannen, Peter Janne, Merike en Griet Jannen hebben de goederen ontvangen die hen verstorven zijn na de dood van hun ouders zaliger.

 

1533, 04 september. De eerste genachten na 'den oechst'. Folio 109v

Hubrecht Sveerts van Hechtelt heeft opgedragen het versterf dat hem na de dood van zijn moeder is verstorven: het erve gelegen in de beemd naast 'Pelsers Bampt' in Oversloe en zijn gedeelte van 'den Keesken' ook in Oversloe gelegen, tot behoef van zijn zwager Geert Mieuwis voor 31 rinsgulden Brabants geld. Geert is tot de gichte gekomen met recht.

 

1533, 02 oktober. Jaergedinge nae Sinte Remeijs dach. Folio 113

Henrick Braens heeft opgedragen 1,5 zille broek ongeveer op de Herck gelegen, grenzend Reynke Goessens 1), Geert van Cael 2), voor 25 rinsgulden Brabants geld eens. Verkocht aan Goris Jonckeren die tot de gichte is gekomen met recht.

 

1533, 30 oktober. Folio 114

Steven Souwen heeft opgedragen huis en hof opt Wauwen Eynde, grenzend Jan Coex 1), Jan Scurmans Bosch 2), Jan Joris 3), als een pand voor een half mudde rogge jaarlijks en erfelijk, voor 12 rinsgulden Brabants geld los en vrij boven alle lasten en boven de hofrechten. Opgedragen tot behoef van Merike Scurmans, die tot de gichte is gekomen met recht.

Het voorschreven half mudde rogge erfelijk is veranderd in 1 rinsgulden jaarlijks zoals men zal vinden op 7 maart 1566.

 

1533, 13 november. Folio 115v

Lambrecht Gaethoefs heeft opgedragen huis en hof in Scuelen opt Scurmans Eynde gelegen, grenzend Jan Gaethoefs 1), Lenart Van Gelmen 2) en Jan Luyten 3), als een pand voor 2 vaet koren jaarlijks. Elk vat kan met 5 stuivers Brabants betaald worden of met goed hard koren. Opgedragen tot behoef van Jan Scurmans voor 6 rinsgulden Brabants geld eens. Te kwijten met gelijk geld. Jan is tot de gichte gekomen met recht.

 

1533, 27 november. Folio 116v

Heer Govaert Snoex heeft opgedragen een stuk bos gelegen Opt Stappen Heyken, grenzend Loyck Stapparts kinderen 1), Henrick Claes 2) en Liben Meerhouts 3), sheren straet 4), tot behoef van Henrick Van Heerle voor 2 rinsgulden Brabants geld jaarlijks met valdag op Sint Mertensmisse zolang als heer Govaert zal leven maar niet langer. Na de dood van Heer Govaert zal Henrick het goed los en vrij bezitten. Voorwaarde is dat Heer Govaert mag afhouwen en zijn vrije wil doen met 13 opgaande eiken en twee sunckeijcken, van de beste, zonder dat iemand er iets kan tegen zeggen. Henrick is tot de gichte gekomen van het goed. Henrick heeft dadelijk daarna een stuk erf opgedragen, geheten 'die Gijskens Hoeve', grenzend 'die Heer Straet' 1), Heer Gijsbrechct Vander Eycken 2) en Liben Creeten 3), als een onderpand voor de 2 rinsgulden Brabants voorschreven tot behoef van heer Govaert, die tot de gichte is gekomen in het onderpand met recht.

 

1534, 05 februari. Folio 125

Henrick Vernijen alias Vander Eijcken heeft opgedragen een stuk land gelegen 'op den Wolpot', grenzend Joris Vernijen aan 2 zijden, Jan Aelen 3) en Goris Snijers 4) en nog een stuk land geheten 'dat Hoech Lant', grenzend joncker Geert van Velpen 1), Joris Vernijen kinderen 2) en sheren straet 3), als een pand van een halve mudde rogge jaarlijks met valdag op Kerstmis, voor 12 rinsgulden Brabants gevalueerd geld eens. Te kwijten met gelijk geld en met een ongevallen pacht. Opgedragen tot behoef van heer Govaert Snoecx. Heer Govaert is tot de gichte gekomen met recht.

Op 12 april 1548 heeft meester Philips Vanden Laer bekend dat hij alles betaald kreeg: zowel de verlopen als het kapitaal van het half mud koren. Henrick is ter gichte gekomen met recht.

 

1534, 05 februari. Folio 125v

Anna Woutens met haar geleverde momber haar broer Wouter heeft opgedragen een stuk broek gelegen 'int Gesuer' in Coersel, grenzend Ariaen Wynen 1), Ariaen die smet 2), voor een stukje broek gelegen bij 'tGesuer', grenzend Olivier van Hamel 1), Jan Wijnen 2), in ruil zonder elkaar iets toe te geven. Jan Wijnen is tot de gichte gekomen met recht.

1534, 05 februari. Folio 124v

Jan Wijnen heeft opgedragen het goed hiervoor beschreven in ruil voor het ander broek ook hiervoor beschreven, tot behoef van Anna Wouters die tot de gichte is gekomen met recht.

 

1534, 19 februari. Folio 128

Lijsbeth Witters, wettige dochter van Peter Witters en Magriet Oijen, met haar geleverde momber Henrick Goyens heeft opgedragen al haar Loonse goederen hier sorterend, die beschreven staan in de gichte die ze hier vroeger heeft gedaan aan het convent van de Bogaerden van Diest, als een pand voor 12 halster rogge 'goit coepmans goet' te leveren volgens de gichte. Verkocht voor 36 rinsgulden Brabants geld (20 stuivers voor de karolusgulden, 25 stuiver voor de philipsgulden gerekend) aan heer Adriaen Convints in de naam en tot behoef van het klooster van de Bogaerden van Diest, dat tot de gichte is gekomen met recht.

Op 5 maart 1534 hebben Art Witters, de wettige broer van Lijsbeth voorschreven, en zijn moeder Magriet Oijen met haar wettige man en momber Peter Witters de gicht hiervoor gedaan van waarde gehouden.

Op 19 november 1534 heeft Dingen Witters met haar geleverde momber Peter Kenens de gicht van waarde gehouden die haar zusters en vader hiervoor hebben gedaan en onder de voorwaarden die er beschreven staan.

 

1534, 19 februari. Folio 128v

Jan Hemelers met zijn huisvrouw Katlijn Beckers heeft opgedragen de 30 stuivers jaarlijks die hij gelden heeft aan pand van Jan Derwewen onder Schuelen gelegen tot behoef van het zusterklooster van Hasselt. Zuster IJda Bynens is tot behoef van het klooster van Hasselt tot de gichte gekomen met recht.

 

1534, 19 februari. Folio 129

Henrick Vernijen heeft opgedragen een stuk land gelegen in Scuelen, geheten 'dat Hoge Velt', grenzend de erfgenamen van Geert Van Velpen 1), sheren straet 2), de kinderen van Art Baerts 3), als een pand van 15 stuivers jaarlijks en erfelijk tot behoef van joncker Conraerts van Malborch voor 'seker stellinge staende op 'Derpels Goet'. Reijner van Malborch is tot de gichte gekomen tot behoef van joncker Conraerts voorschreven met recht.

 

1534, 05 maart. Folio 130v

Steven Soewen heeft opgedragen huis en hof met toebehoreen gelegen opt Wauweneynde, grenzend Henneken Hueveners 1), 'Swalen Heije' 2) en Jan Scurmans 3), als een pand voor 1/2 mudde rogge jaarlijks en erfelijk voor 12 rinsgulden Brabants geld eens boven alle lasten en pontpenningen en hofrechten. Verkocht aan Katlijn Vanden Venne die tot de gichte is gekomen met recht. Hiervoor zijn gegeven 8 philipsgulden en 2 keysersgulden.

Dit half mudde rogge jaarlijks is gekweten door Wouter Stapparts zoals men zal vinden op 7 maart 1566.

 

1534, 05 maart. Folio 131

Marten Scepers heeft opgedragen omtrent 2,5 bonder in 'den Hogenbosch' gelegen, grenzend Henrick Tielens 1), de straat 2), tot behoef van Peter Bervoets voor een stuk erf gelegen 'in die Katerijt'. Peter geeft aan Merten nog 25 rinsgulden Brabants geld toe.

Op 7 april daarna is Merten weer tot de gichte van zijn goed gekomen. (deze ruil ging dus niet door)

1534, 05 maart. Folio 131v

Willem Snijers alias Van Landijck als momber van zijn huisvrouw Lysbeth Kenens heeft de goederen ontvangen die zijn huisvrouw voorschreven aangestorven zijn na de dood van haar 'vrinde' (familie) zaliger.

 

1534, 19 maart. Folio 133v

Mathijs Broucmans heeft opgedragen zijn geheel kindsgedeelte dat hem is aangestorven na de dood van zijn vader en moeder, in Coersel gelegen. Verkocht voor 18 rinsgulden Brabants geld eens tot behoef van Peter Smets van Coersel, die tot de gichte is gekomen met recht.

 

1534, 19 maart. Folio 133v

Jan Luijten heeft opgedragen huis en hof in Scuelen opt Scurmans Eijnde, grenzend Lemken Gaethoefs 1), de kinderen van Loyen Lemmens 2), de straat 3), als een pand voor een halve mudde koren jaarlijks voor 12 rinsgulden Brabants geld eens. Te kwijten met gelijk geld. Merike Scurmans, huisvrouw van Jacop Vanden Vinne, is in de naam van haar man in het half mud ter gichte gekomen met recht.

 

1534, 19 maart. Folio 134

Adriaen Wellens heeft opgedragen een stukje broek gelegen aan 'den Hogen Bosch', grenzend Claes Tijs 1), Henrick Goyens 2) en Kaerle Lieus 2), tot behoef van Henrick Keeskens. Verkocht voor 9 rinsgulden eens. Henrick Keeskens is tot de gichte gekomen met recht.

 

1534, 16 april. Jaergedinge nae Paeschen. Folio 135

Jan Vanden Putte en zijn huisvrouw Marie hebben opgedragen een stuk erf geheten 'den Laermans Hoef' gelegen in Coersel met de beemd daaraan, grenzend Henrick Huigen 1), sheren straet 2), als een pand voor 1 rinsgulden jaarlijks Brabants geld en een mudde rogge jaarlijks Diester maat en Diester pacht, voor 40 rinsgulden Brabants geld eens. Te kwijten en af te leggen met gelijk geld. Verkocht aan Jan Van Postel. Art Van Postel, vader van Jan voorschreven, is tot behoef van zijn zoon Jan tot de gichte gekomen met recht.

 

1534, 16 april. Jaergedinge nae Paeschen. Folio 135v

Jan Soeten heeft voor hem en voor zijn broer Mathijs Soeten het versterf ontvangen dat hen na de dood van hun ouders zaliger verstorven is.

 

1534, 16 april. Jaergedinge nae Paeschen. Folio 135v

Jan Vernijen als momber van zijn huisvrouw Lysbeth Claes heeft de goederen ontvangen die haar verstorven zijn na de dood van haar ouders.

 

1534, 16 april. Jaergedinge nae Paeschen. Folio 136

Nieske Riemslegers met haar door het recht geleverde momber Govaert Vanden Gracht heeft opgedragen haar tocht van het mudde rogge jaarlijks dat zij gelden heeft aan panden van de erfgenamen van Art Stapparts in Scuelen gelegen, volgens het schepenregister, tot behoef van de twee kinderen van haar dochter, namelijk Gilis en Lijnke. Gijsbrecht Molres, de vader van Gilis en Lijnke voorschreven, is tot behoef van zijn twee kinderen met recht tot de tocht en het erf gekomen in afkorting van hun kindsgedeelte dat hen vanwege hun moeder toekomt.

 

1534, 16 april. Jaergedinge nae Paeschen. Folio 137

Steven Souwen heeft opgedragen huis en hof 'opt Billen Inde' gelegen, grenzend Henneke Scurmans bosch 1), Jan Joris 2) en Jan Coecx 3), voor 20 rinsgulden Brabants geld eens en daarbij nog anderhalve rinsgulden jaarlijks daaraan te trekken die te kwijten staat met 30 rinsgulden Brabants geld eens. Verkocht aan Mieuwis Claes alias Dreijers. Op 11 juni heeft Mieuwis Claes alias Dreijers het voorschreven goed weer opgedragen tot behoef van Steven Souwen, die tot de gichte gekomen is met recht omdat Mieuwis niet kon betalen.

 

1534, 10 mei. Folio 138v

Heer Jan Corvers van Beringen met zijn geleverde momber Peter Neve die alde heeft opgedragen een stuk erf gelegen onder Coersel bij Beringen, grenzend Art Stass 1), Jannes Beerten 2) en 'die Holster Straet' 3), tot behoef van Claes Raijmekers als momber van zijn huisvrouw Marij Corvers. Claes is als momber van zijn huisvrouw tot de gichte gekomen met recht. Claes heeft aan heer Jan Corvers zijn gebruik en jaarlijkse opbrengsten van dit goed toegestaan zijn leven lang, zonder dat hij er zelf iets van zal ontvangen.

 

1534, 21 mei. Folio 141v

Mathijs Thijs met zijn momber Lambrecht Cupers heeft opgedragen een stuk land in Scuelen gelegen, grenzend Jan Poelmans aan 2 zijden, Tijs voorschreven 3) en de gemeijn straet 4), als een pand voor een mudde rogge jaarlijks vallend op 1 mei. Het mud werd verkocht voor 24 rinsgulden Brabants geld (de philipsgulden gerekend aan 25 stuivers, de honrsgulden voor 12 stuivers, de snaphaen voor 5,5 stuivers en de Brabantse stuiver voor 1 stuiver). Te kwijten met dergelijk geld. Verkocht aan Heer Govaert Snoecx, voor wie Jan Van Loebosch tot de gichte is gekomen met recht.

 

1534, 21 mei. Folio 141v

Willem Vanden Stiewege heeft opgedragen een stuk bos gelegen in Scuelen op die Stappe, grenzend sheeren straet 1), Vaes Scurmans 2), Poels Beexkens 3), voor 2 philipsgulden jaarlijks. Deze kunnen afgelost worden met 50 rinsgulden Brabants geld en met volle rente. Verkocht aan Huijbrecht Veckers alias Goris, die tot de gichte is gekomen met recht.

 

1534, 11 juni. Folio 143

Jan Brouckmans heeft opgedragen huis en hof in Coersel gelegen, grenzend sheren straet 1), Jan Moens 2), voor 27 rinsgulden Brabants geld eens, tot behoef van Reijner Huijben. Rener is tot de gichte gekomen met recht.

 

1534, 25 juni. Folio 147

Merten Buysen heeft opgedragen een stuk erf gelegen in 'die Schrijck Heije', grenzend de gemeijn heije 1), Jan Reners 2), dat aan hem uitgegeven en gepaald is vanwege de heer. Verkocht voor 5,5 rinsgulden Brabants geld eens tot behoef van Jan Binnemans die tot de gichte is gekomen met recht.

 

1534, 25 juni. Folio 147

Art Vanden Kerchoeve alias Vanden Nuijt heeft opgedragen de 4 stuivers jaarlijks die hij gelden heeft aan Vreefke Scurmans huis en hof in Scuelen gelegen. Voor 6 rinsgulden Brabants geld eens verkocht aan Vreefke, die tot de gichte is gekomen met recht.

 

1534, 25 juni. Folio 147v

Jannes Vander Stucken (Stuckmans) met zijn huisvrouw Merike Bosmans heeft opgedragen een stuk broek, ongeveer 1,5 bonder, geheten 'dat Ruelens Brouck', grenzend Jannes Vander Moelen 1), de commandeur van Beernschem 2), Peter Joes 3), voor 8 rinsgulden jaarlijks Brabants. Elke rinsgulden staat te kwijten met 20 rinsgulden. Deze last moet in twee keren afgelegd worden, telkens 4 rinsgulden. Daarbij moet nog 12 rinsgulden Brabants contant geld gegeven worden. Jannes Vander Stucken verkoopt het aan Jannes Vander Moelen, die tot de gichte is gekomen met recht.

Dadelijk daarna bekende Jannes Vander Stucken dat hij de hoetpenningen van 4 rinsgulden Brabants van de voorschreven rente ontvangen heeft in goed Brabants geld. Hij kwijt het pand ervan. Nu zijn er dus nog 4 rinsgulden jaarlijks te betalen.

7 januari 1535 heeft Jannes Vander Stucken aan Jannes Vander Moelen en zijn panden 2 rinsgulden jaarlijks gekweten. Er staan er nu nog 2 aan. Die werden afgelegd op 2 december 1535.

 

1534, 11 juni. Folio 149

Merct Naeldemans met zijn huisvrouw Magriet Stapparts heeft opgedragen huis en hof in Scuelen gelegen aan 'den Wolpot', grenzend Joris Vernijen 1), de erfgenamen van Jan Aelen 2) en Rener van Malborch 3), de straat 4) en nog zijn gedeelte van een bos in Scuelen gelegen, grenzend de straat aan 2 zijden, als een pand voor een mudde koren jaarlijks, voor de som van 25 rinsgulden Brabants geld eens. Te kwijten met dergelijk geld. Peter Buschelkens is tot de gichte gekomen in het mudde koren jaarlijks met recht.

 

1534, 09 juli. Folio 151v

Joris Kelberichs kwijt huis en hof toebehorend aan Reyner Swinnen, gelegen in Scoelen op die Stappe, grenzend sheren straet aan 2 zijden,van vier vaet koren jaarlijks dat hij eraan gelden had . Hij kreeg de hoetpenningen en alle verlopen pachten betaald.

 

1534, 11 juli. Folio 152

Eelen Brouckmans met haar geleverde momber Jan Van Gelmen draagt de tocht op die haar gebleven is na de dood van haar man Steven Souwens zaliger, van huis en hof opt Billen Eijnde gelegen, grenzend Jan Joris 1), Jan Hueveners 2) en Jan Coecx 3) en van een stuk land omtrent 3 vaet zaaiens, grenzend Jan Scurmans 1), Marij Mellen 2), tot behoef van Henrick Clingers als momber van zijn huisvrouw Lysbeth Swinnen en Heilof Swinnen, voor 9 rinsgulden Brabants geld boven alle lasten en onkosten. Henrick als momber van zijn huisvrouw en Heilof voorschreven zijn hiermee tot tocht en erve gekomen met recht.

 

1534, 08 oktober. Jaergedinge nae Sinte Remeijsmisse. Folio 153

Peter Joes alias Lantmeters met zijn huisvrouw Merike Mertens en als haar momber heeft opgedragen de 24 stuivers Brabants geld die hij erfelijk gelden had op en aan de erfgenamen van Rener Welres zaliger. Dat gaat om een zille broek gelegen bij 'die Groete Doncken' aan 2 zijden, Lemmen Meser(?) 3) en de Demer 4), geheten 'dat Doncxken', voor 21 rinsgulden Brabants gevalueerd geld (de philipsgulden voor 25 stuivers en een vuerijser voor 3 blancken) tot behoef van heer Snoecx die tot de gichte kwam met recht.

16 december 1546 bekennen meester Philips Vander Vinne(?) en zijn vrouw Engelbrecht Snoecx de 24 stuivers van hiervoor ontvangen te hebben van Aert Van Horiaen.

 

1534, 08 oktober. Folio 154

Valentijn Reners met zijn huisvrouw Marie Woeters hebben een stuk broek opgedragen, gelegen in Oversel, grenzend Peter Jans 1), de kinderen van Jan Kenens 2), Loyck Beckers 3), voor een stuk broek gelegen in Coersel aan 'den Hogen Bosch', geheten 'tGroet Brueckelen', hovend onder de Brabantse bank. Het gaat hier om een ruil waarbij ze elkaar niets toegeven. Loyck Beckers is tot de gichte gekomen met recht.

 

1534, 08 oktober. Folio 154v

Henrick Bovejans heeft opgedragen 6 roijen broek gelegen in 'den Hauuebampt', grenzend Jan Coex 1), Jan Joris 2) en Jan Bouten 3), tot behoef van Merike Scurmans voor 34 stuivers jaarlijks Brabants geld. Deze kunnen afgelegd worden met 34 rinsgulden Brabants. Marike is tot de gichte gekomen met recht. Henrick bekent dat hij van Merike 9 rinsgulden Brabants geld ontvangen heeft en hij kwijt haar daarvoor 9 stuivers jaarlijks.

 

1534, 08 oktober. Folio 155v

Henrick Clingermans als momber van zijn huisvrouw Lysbeth Swinnen en Goris Claes met zijn huisvrouw Heilof Swinnen hebben opgedragen huis en hof gelegen 'opt Billen Eynde', grenzend Jan Huveners 1), Jan Coecx 2) en Jan Scurmans 3), voor 3 rinsgulden min 5 stuivers Brabants geld erfelijk staande aan huis en hof gelegen in Spalbeeck tegenover Tiewis Swinnen. Opgedragen tot behoef van Mathijs Thijs van Spalbeeck. Ze ruilen deze goederen zonder elkaar iets toe te geven.

Op 19 november heeft Mathijs Thijs de gicht ontvangen met recht. Mathijs Thijs bekende aan Henrick Clingermans 1 rinsgulden Brabants gevalueerd geld jaarlijks en erfelijk boven de voorgenoemde 3 rinsgulden min 5 stuivers

 

1534, 08 november. Folio 158

Joncker Johan Vander Marck heer van Lumpmen 'uut sekere saicken hem daer toe bewegende, bewillicht, geconsenteert ende gegreert' dat Katlijn Vanden Vinne natuurlijke dochter van wijlen heer Christiaen Vanden Vinne zal mogen 'hueren wille ende believen doen, met allen alsulken gueden erflijcke ende haeffelycke die sij onder den Lande van Lumpmen inden bewinde des dorps van Scuelen liggende heeft ende besittende is'. Ze mag die goederen maken via testament of via gicht, het maakt niet uit hoe en noch de Joncker noch iemand anders van zijnentwege zal er iets kunnen tegen inbrengen. De joncker heeft gewild dat dit hier geregistreerd wordt en dat Katlijn er een certificate van krijgt geschreven en gezegeld door de schepenen op haar kosten.

 

1534, 05 november. Folio 158v

Rener Meyen met zijn huisvrouw Anna Broucmans heeft opgedragen een stuk land gelegen in Coersel 'opt Cleijn Velt', grenzend Jannes Opt Straet 1), Henrick Cremers kinderen aan de andere zijden, voor 13,5 Brabants geld eens. Verkocht aan Peter Hoets van Coersel, die tot de gichte is gekomen met recht.

 

1534, 05 november. Folio 159

Jan Zouten heeft zijn gedeelte opgedragen van 1,5 rinsgulden erfelijk die hij gelden heeft aan een hof gelegen op die Stappe, grenzend de straat aan 2 zijden, de kinderen van Jan Meijnen 3), tot behoef van Joris Kelberichs voor 18,5 rinsgulden 3 stuivers 16 groot Brabants geld. Joris is tot de gichte gekomen met recht.

Op 19 november 1534 heeft Mathijs Souten ook zijn gedeelte opgedragen van de voorschreven rente van 1,5 rinsgulden erfelijk, voor 9 rinsgulden 6 stuivers 8 groten tot behoef van Joris Kelberichs. Joris werd erin gegicht en gegoed met recht.

 

1534, 19 november. Folio 159v

Art Minten heeft ontvangen voor hem en voor zijn broers en zuster Jan, Frans, Peter en Marie Minten die goederen die hen verstorven zijn na de dood van hun ouders.

 

1534, 19 november. Folio 159v

Art Minten voorschreven met zijn geleverde momber Rener Van Malborch heeft opgedragen 4 rinsgulden jaarlijks zoals in Scelen hof gegicht zijn en voor deze schepenen veronderpand zijn, zoals op 5 maart 1517 blijkt. Opgedragen tot behoef van Peter Minten, zoon van Jannes Minten. Peter is tot de gichte gekomen met recht. Art beloofde om zijn broers te brengen om laten in te stemmen met deze gichte.

 

1534, 19 november. Folio 160

Rener Burgers wonend in Curingen heeft opgedragen zijn huis en hof, in Coersel gelegen, grenzend zijn eigen erf 1), Rener die Cuper 2) en Jan Vaes 3), sheren straet 4) en nog een eute gelegen bij 'die Breedonck', grenzend Loijck Beckers 1), sheren straet 2), voor 151 rinsgulden Brabants gevalueerd geld eens boven alle lasten en pontpenningen. Verkocht aan Rener Wijnen, die tot de gichte is gekomen met recht.

Rener Wijnen bekende aan Rener Burgers aan dit pand 7 rinsgulden 16 stuivers jaarlijks Brabants gevalueerd geld van de voorschreven som. Rener mag die afkwijten in twee keer tegen den penninck 20 of 20 van de voorschreven gulden voor elke gulden. Valdag Sint-Andries.

Op 11 januari 1537 hebben meester Lambrecht Vanden Borch met zijn huisvrouw Merike Van Hombergen bekend dat Merike met haar eerste man Rener Burgers zaliger samen ontvangen hebben de som van 75 rinsgulden van Rener Wijnen, volgens de voorschreven voorwaarden.

Op 7 oktober 1540 heeft Mari Van Hombergen met hun wettige momber Lambrecht Vander Borcht en haar dochter Iken Burgers met Lambrecht voorschreven als haar geleverde momber het pand gekweten van de 7 rinsgulden 16 stuivers jaarlijks en ze bekennen dat ze alles ontvangen hebben. Iken heeft heer Jan Melis beloofd met haar momber dat ze haar zusters en broers zal laten instemmen met de kwijting zoals zij heeft gedaan. Als borg stelt ze de rente die ze hebben aan Govaert Goens zoals men zal vinden op 23 september 1540.

 

1534, 04 december. Folio 161v

Nijs Loijens met zijn huisvrouw Marie Van Dickel heeft opgedragen een halve zille broek ongeveer in Haexelaer gelegen, grenzend Ariaen Wynen 1), Jan Hoefmans 2), de straat 3), voor 14,5 rinsgulden Brabants geld boven alle lasten en boven het pontgelt. Opgedragen tot behoef van Lambrecht tSrijcken, die tot de gichte is gekomen met recht.

 

1534, 04 december. Folio 161v

Claes Vanden Hoeve met zijn huisvrouw Heil Cremers en Frans Cremers hebben afstand gedaan van hun rechten op het deel van Thomas Cremers. Op zijn beurt doet Thomas afstand van zijn rechten op de deling van Claes en Frans voorschreven, die nog niet verder opgesplitst werd. Thomas beloofde dat hij zijn huisvrouw met deze deling zou laten instemmen.

 

1534, 18 december. Folio 163v

Claes Vanden Roije de Jonge heeft ontvangen voor Rener van Dornick, Willem en Magriet Van Doernick, de kinderen van Jan Van Doernick alias Souwen, de goederen die hen verstorven zijn na de dood van hun ouders zaliger.

 

1534, 18 december. Folio 164

Jan Lompen heeft opgedragen zijn gedeelte van een stuk broek in Oversel gelegen, dat hij gekocht heeft van zijn vader Art Lompen, voor 49 rinsgulden Brabants geld eens. Verkocht aan?

 

1534, 18 december. Folio 165v

Jacop Pijpers heeft opgedragen een stukje land gelegen opt Steenvelt, grenzend Jan Wijnen 1), Poels Van Houte 2), voor 18 rinsgulden Brabants geld eens boven de aanstaande lasten. Verkocht aan Peter Van Houte, die ertoe gekomen is met recht.

 

1535, 07 januari. Jaergedinge nae derthiendach. Folio 166

Gysbrecht Drosseten die Alde heeft opgedragen zijn tocht van het vierdendeel van een stuk broek geheten 'die Lange Donck' in Linchout gelegen, tot behoef van zijn zoon Gysbrecht, die hiermee tot tocht en erve is gekomen met recht.

Dadelijk daarna, nu tocht en erve samen zijn, heeft Gysbrecht Drosseten die Jonge het voorschreven goed opgedragen met zijn geleverde momber Jan Van Gelmen tot behoef van zijn vader Gysbrecht Drosseten voor een mudde rogge jaarlijks dat de vader gelden heeft op en aan pand van Jan Tielens onder Coersel gelegen. Gysbrecht Drosseten die Alde is tot de gichte gekomen met recht.

1535, 07 januari. Jaergedinge nae derthiendach. Folio 166

Gijsbrecht Drosseten die Alde heeft opgedragen het mudde rogge jaarlijks dat hij gelden heeft op en aan panden van de kinderen van Jan Tielens van Castel onder Coersel tot behoef van zijn zoon meester Gysbrecht Drosseten. Meester Drosseten is tot de gichte gekomen met recht. Het gaat om een zuivere ruil zonder dat ze elkaar iets toegeven.

 

1535, 14 januari. Folio 168

Peter Wittemans, als gemachtigde van het klooster van 'Meech den Dael' gelegen bij Op Linter en uit kracht van zijn getoonde procuratie, heeft omwille van zijn aangespannen procedure tegen de erfgenamen van Art Vanden Inde alias Stapparts het geleijt verzocht. Hij werd in de naam van het godshuis tot de panden geleid en hij bekwam gicht en goedinge met recht volgens de bezegelde brief die ervan is gedateerd op 15 juli 1529.

Op 17 juni 1535 heeft Peter Wittemans, gemachtigde als boven, de bovenstaande goederen die hij uitgewonnen heeft omdat de rente niet betaald werd, opgedragen met de aanstaande rente aan Jacop Kannarts als jongere renthebbende op deze panden. Jacop is tot de gichte gekomen met recht. Jacop heeft voor de verlopen renten en voor de hoefrechten 23 rinsgulden gegeven.

 

1535, 21 januari. Folio 168v

Gysbrecht Drosseten die Jonge met zijn momber Jan Van Gelmen heeft opgedragen het mudde rogge jaarlijks dat hij gelden heeft aan pand van Jan Tielens in Coersel gelegen, volgens de gichte van 20 september 1526. Verkocht voor de som in die gicht vermeld aan Pauwels Jans wonend in Diest. Pauwels is tot de gichte gekomen met recht.

 

1535, 21 januari. Folio 169

Symon Vaes alias Crouchs heeft opgedragen 'den Vliegen Bosch' gelegen op 'die Stappe', grenzend de straat 1) en Jan Poelmans 2) en de erfgenamen van Jan Van Buylen 3), als een pand voor een half mudde rogge jaarlijks, voor 11 rinsgulden Brabants geld. Te kwijten met gelijk geld. Verkocht aan Anthonis Poelmans, die tot de gichte is gekomen met recht. Symon staat met al zijn andere goederen garant.

Op 12 juli 1537 heeft Herman Borgelins aan het pand van Symon Croechs alias Vaes het half mudde rogge jaarlijks gekweten dat hij eraan gelden had. Herman had dit gekocht van Toenis Poelmans zoals te zien is hierna in dit register. Herman ontving de hoetpenningen en de pachten.

 

1535, 21 januari. Folio 169v

Jan Vanden Bueckeberge heeft opgedragen een vierdel broek gelegen in 'die Coninxbeempde', grenzend 'die Eertbeer' 1), de Demer 2), Jan Aflissen 3), voor 5 rinsgulden en 5 stuivers eens. Verkocht aan Librecht Billen die tot de gichte is gekomen met recht.

 

1535, 23 januari. Folio 170

Geert Coex van Scuelen heeft geleitenis genomen van de panden van Geert Vander Linden, in navolging van de procedure tegen Vander Linden en zijn panden gedaan. Hij werd ertoe geleid en hij bekwam de gicht en goedinge van deze panden.

Op 1 juli 1535 heeft Geert Vander Linden het voorschreven geleitenis gepurgeerd en Geert Coex heeft zich ongicht tot behoef van Vanderlinden. Geert werd in de panden gegicht en gegoed.

 

1535, 22 januari. Folio 170v

Jan Cleis heeft geleitenis genomen van het derdedeel van een beemd toebehorend aan Huybrecht Sweerts Vander Hoeven, gelegen in Oversel op de beek en Rener Gelsers 3), volgens de gevolgde procedure. Hij werd tot het pand geleid en bekwam gicht en goedinge ervan.

Op 3 juni heeft Geert Miwis het geleitenis gepurgeert en Jan Cleis heeft zich ontgicht. Geert is tot de gichte gekomen met recht voor de som van 7 rinsgulden en een halve stuiver Brabants.

 

1535, 04 februari. Folio 171

Merten Scepers van Suijlre heeft opgedragen een stuk erf gelegen in Coersel 'inden Hogen Bosch', grenzend Henrick Tielmans 1), Poels Scurmans met zijn megeringen 2), voor 15 rinsgulden Brabants geld eens. Verkocht aan Merten Windelen die Jonge, die tot de gichte is gekomen met recht.

 

1535, 04 februari. Folio 172

Jan Convints die Jonge heeft opgedragen een bloeck gelegen tGheenen Stall geheten 'tGroet Bloeck', grenzend Jan 1), Art Diricx 2), Dionijs Stevens 3) en sheren straet 4), voor 56,5 rinsgulden Brabants geld boven alle lasten en pontpenningen. Deze uitgaande lasten zijn: aan Jennij Vanden Horst 5 rinsgulden Brabants die te kwijten zijn tegen den penninck 18 en nog aan dezelfde met 2 rinsgulden die tegen den penninck 20 kunnen afgelegd worden; nog aan Jannes van Scuelen een mudde rogge en 1 rinsgulden die te kwijten zijn met 40 rinsgulden; nog aan Art Wijnen 8,5 stuivers te kwijten tegen den penninck 20. Verkocht aan Peter Cornelis, die tot de gichte is gekomen met recht van het voorschreven 'Groten Bloeck' met de dubbele hagen op de oosterzijde. Jan Convints die Alde, de vader van Jan voorschreven, moet aan Peter de Loonse uutfanck gichten die aan het voorschreven erf gelegen is.

 

1535, 04 februari. Folio 172v

Huybrecht Zweerts heeft opgedragen het derdedeel van een zille broek gelegen aan 'den Hogen Bosch', grenzend Onser Liver Vrauwen alltaer van Helchteren 1), Jan Tielens 2), voor 10 rinsgulden Brabants geld eens. Opgedragen tot behoef van Lenaert Keeskens, die tot de gichte is gekomen met recht.

 

1535, 04 februari. Folio 173

Anne, dochter van Wouter Jueten, met haar geleverde momber Peter Kenens heeft opgedragen een halve zille broek op 'tGroet Brouck' gelegen, grenzend Claes Beerten 1), Jan Baerts 2), 'den Hoge Bosch' 3), voor 15 rinsgulden Brabants geld eens. Verkocht aan haar broer Thoenis, zoon van Wouter Jueten, die tot de gichtte is gekomen met recht.

 

1535, 04 februari. Folio 174

Rener Van Malborch draagt huis en hof op in Scuelen aan 'den Hagedoren' gelegen, grenzend Merct Nailemans 1), de heer van Lumpmen 2) en sheren straet 3), als een pand voor 1/2 rinsgulden jaarlijks Brabants geld, voor 8 rinsgulden Brabants. Te kwijten met dergelijk geld. De rente werd verkocht aan Herman Borgelins, die tot de gichte is gekomen met recht.

Op 1 juni 1536 heeft Herman Borgelins bekend dat hij de hoetpenningen van de rente ontvangen heeft met alle verlopen renten. Hij kweet de panden en Margriet, huisvrouw van Rener zaliger voorschreven.

 

1535, 13 februari. Folio 174v

Jacop Kannarts heeft geleitenisse verzocht van Jan Sybens als momber van zijn huisvrouw Tuen Vanden Inde weduwe van Art Stapparts panden. Dat gaat om huis en hof in Scuelen gelegen, grenzend Jan Van Loebosch 1), de straet 2), met de andere panden vernoemd in de gichte. Hij werd tot de panden geleid en kwam tot gichte en goedinge met alle vormen van recht.

 

1535, 18 februari. Folio 175

Gilis Coecx heeft opgedragen huis en hof aan 'den Habeel' gelegen, grenzend sheren straet voor 'die Boeven Bampt' en de kinderen van Lenart Van Gelmen aan 3 zijden, als een pand voor 4 rinsgulden jaarlijks Brabants geld voor 72 rinsgulden Brabants geld eens. Daarmee staat de rente ook af te leggen. De kinderen van Peter Vanden Briel, namelijk Peter, Nijs, Katlijn en Eelen zijn door hun momber Peter Neve die Jonge met recht in de rente ter gichte gekomen.

 

1535, 18 februari. Folio 175v

Jan Sentkens met zijn huisvrouw Eelen Tax heeft opgedragen de helft van een beemd gelegen in Coersel in Oversel, grenzend 'die auwe beeck' 1), Jan Moens O en de kinderen van Jan Witters W. Verkocht voor 47,5 rinsgulden Brabants eens tot behoef van Jan Moens, die tot de gichte is gekomen met recht. Omdat deze beemd achter andere ligt, staat Jan Sentkens aan Jan Moens en aan zijn erfgenamen toe om te drijven, varen en draaien op de voorste helft zoals dat onder de buren dagelijks gebeurt.

 

1535, 18 februari. Folio 175v

Henrick Vaes met zijn huisvrouw Elizabeth Dillen heeft opgedragen het vierdedeel van een stuk erf geheten 'dat Groet Luelen' in Coersel gelegen, grenzend Jan Knaep 1), de kinderen van Jan Dillen 2) en Henrick Hoefmans 3), voor 24 rinsgulden Brabants eens. Koper Peter Dillen is tot de gichte gekomen met recht.

 

1535, 18 februari. Folio 176

Jan Smeets met zijn huisvrouw Cristijn Swarts heeft een beemd opgedragen, gelegen op de Demer, geheten 'den Gansen Beempt', grenzend de eerste 'Gansen Beempt' 1), 'die Eertbeer' 2), Jan Voerts 3), voor 38 rinsgulden Brabants geld eens boven alle lasten die eraan uitgaan. Dat gaat om een mudde rogge en 1 rinsgulden jaarlijks die te kwijten zijn met 43 rinsgulden Brabants eens. Verkocht aan Mathijs Vanden Campe, die tot de gichte is gekomen met recht.

 

1535, 04 maart. Folio 178

De kinderen van Jan Tilens van Castel, namelijk Anna en Elizabeth Tielens met hun momber Geert Claes, hebben opgedragen hun gedeelte van huis en hof in Castel onder Coersel gelegen, grenzend Jan Ruttens 1), Peter Schepers 2) en sheren straet 3), aan Jan Ruttens van Hechtelt.

Op 18 maart 1535 kwamen Brije en Heel en Geertruijt, zusters van de voorschreven kinderen met hun geleverde momber Geert Claes en ze hebben hun gedeelte van de voorschreven goederen ook opgedragen tot behoef van Jan Ruttens voor 12,5 rinsgulden Brabants eens boven alle uitgaande lasten. Jan Ruttens bekende de naderschap aan Art Wijnen, die tot de gichte is gekomen met recht.

Anna, Elizabeth, Brij, Heil en Geertruijt met hun voorschreven momber beloofden op al hun andere Loonse goederen dat ze deze gicht zullen doen lauderen.

 

1535, 14 maart. Folio 179v

Joris Vernijen en Jan Poels. Joris Vernijen heeft opgedragen een stuk erf gelegen in Scuelen 'den Halven Heer Loijck Beempt', grenzend die Voert' 1), 'dEchel Donck' 2), 'die Plesse' 3). Stopt.

 

1535, 08 april. Jaergedinge nae Paeschen. Folio 180v

Huybrecht Swinnen alias Achter die Kerck te Coersel heeft opgedragen 'die tweedeel' van 'den Dullarts Beempdeken', gelegen in Coersel in Oversel, grenzend Heijn Keeskens 1), Tielen Lenarts 2), Lenart Keeskens 3), voor 70 rinsgulden Brabants geld eens boven alle lasten en pontpenningen. Verkocht aan Bastiaen Van Exel, die tot de gichte is gekomen met recht. Bastiaen blijft hieraan jaarlijks 2 rinsgulden 15 stuivers Brabants geld gelden die hij mag afleggen met 46 rinsgulden Brabants geld eens.

 

1535, 08 april. Jaergedinge nae Paeschen. Folio 181

Lijsbeth Sweenders, begijn in Diest, met haar geleverde momber Jan Gilis van Meldelaer heeft opgedragen het mudde koren jaarlijks dat ze gelden heeft op en aan panden van de erfgenamen van Jan Smeets alias Achter die Kerck, gelegen in Coersel beneden de kerk. Ze grenzen sheren straet 1), de kinderen van Heil Mutsen 2). Verkocht aan Huijbrecht Swinnen alias Achter die Kerck voor 20 rinsgulden Brabants geld eens. Huijbrecht is tot de gichte gekomen met recht.

 

1535, 08 april. Jaergedinge nae Paeschen. Folio 182

Jan Pauwels heeft opgedragen een zille broek gelegen aan 'die Crommen Eijck' 1), 'dat Robyns Brouck' 2), Poels Hagels 3), voor 18,5 rinsgulden Brabants geld eens tot behoef van Claes Vanden Roije, die tot de gichte is gekomen met recht. Jan beloofde om zijn huisvrouw hier te brengen om in te stemmen. Uitgaande lasten zijn enkel sheren cijns en een half mudde koren dat met 11 rinsgulden te kwijten staat.

Op 3 juni 1535 heeft Marie Vandereijcken alias Vernijen, de huisvrouw van Jan voorschreven, deze gicht geldig gehouden en met de gicht ingestemd.

In 1536 op 6 april heeft Claes Vanden Roije aan Jan Vander Eijcken alias Vernijen naderschap bekend aan het voorschreven goed en hij heeft zich ontgicht. Jan Vander Eijcken kwam tot de gichte met recht, maar Claes moet zijn geld nog krijgen.

 

1535, 15 april. Folio 183v

Lemmen Gaethoefs heeft opgedragen een stukje broek gelegen op de Laeck bij 'sHoeijeters', grenzend de Laeck 1), dezelfde Lemmen 2), Vreeken Scurmans 3), voor 10 rinsgulden Brabants geld eens. Verkocht aan Vreeke Scurmans die tot de gichte is gekomen met recht op voorwaarde dat Vreke voorschreven met instemming van de heer of zijn officier en de erfgenamen 'regelen, vullen en de pleynen' zal de Laeck en hem leiden 'te gerichts lancx t voerschreven stuxken beemps'. Vreke nam op haar al de 'vree tuschen huer voerschreven erve en het goed van de erfgenamen van Lenart van Gelmen zaliger ende dat ter halver Laecken oft daer die Laeck pleech te lopen'.

 

1535, 22 april. Folio 184v

Heilof Sweerts alias Wouters met haar geleverde momber Peter Kenens heeft opgedragen haar tocht van een stuk broek gelegen in Coersel bij 'die Plugers Donck' 1), Jan Goyens 2), Valentyn Reners 3), tot behoef van Lysbeth Maes. Henrick Wymans als momber van zijn huisvrouw Lysbeth voorschreven is hiermee tot tocht en erve gekomen met recht.

Dadelijk hierna, nu tocht en erve samen zijn, heeft Henrick met zijn huisvrouw Lysbeth het stuk broek opgedragen tot behoef van Valentijn Reners voor 80 rinsgulden Brabants geld. De helft wordt contant gegeven en voor de andere helft zal Valentijn jaarlijks aan Heilof Sweerts op deze beemd 2 rinsgulden Brabants geven. Die kunnen afgelegd worden met 40 rinsgulden Brabants geld. Valentijn is tot de gichte gekomen met recht.

 

1535, 22 april. Folio 185v

Henrick Vernijen alias Vander Eijcken heeft huis en hof opgedragen gelegen in Scuelen, grenzend 'tgoet van Guylijck' 1), 'die Baers kinderen' 2) en sheren straet 3), als een pand voor een halve rinsgulden Brabants geld jaarlijks, voor 8 rinsgulden Brabants geld eens. Daarmee staat de halve rinsgulden ook te kwijten. Verkocht aan de kinderen van Jacop Vanden Venne. Merike Scurmans is tot behoef van haar kinderen Peter, Merike en Grietke tot de gichte gekomen met recht. Het geld is gekomen van opgaande eiken. De kinderen zijn tot de gichte gekomen, maar Merike houdt de tocht.

Op 5 februari 1573 heeft Gielis Vanden Venne deze panden gekweten. Hij kreeg alles betaald en Thomas Vernijen is tot de gichte gekomen.

 

1535, 22 april. Folio 186

Meester Jan Liebens als rentmeester en gemachtigde van het godshuis van Peer heeft kwijtgescholden, uit kracht van zijn speciale commissie hiervoor verleend, de 2 rinsgulden jaarlijks die het godshuis aan panden van Reijner Swoechs alias Scrycx had gelden. Hij kreeg de hoetpenningen en alle renten betaald. De commissie volgt erna en luidt als volgt.

Wij, zusters Maria Zeelwenders mater, Janneke Diricx ondermater, Mechtelt Cranen procurater en de andere 'raetsusteren' en gewone 'conventualinnen' van het godshuis of klooster van de derde regel van Sint-Franciscus gelegen binnen Peer in het land van Loen 'des bisdoms van Luydick' vergaderd in de gewone plaats of het kapittelhuis, bekennen dat we met deze brief machtiging verlenen aan onze eerwaarde pater heer Herman Randelroij en onze rentmeester en goede vriend meester Jan Liebens om gelijkerhand of elk apart in onze naam de hoetpenningen van de 2 rinsgulden jaarlijks te ontvangen staande in Coersel aan Rener Svoechs alias Scrijcx panden, volgens de bestaande brief. Dat gaat om 36 rinsgulden en 12 stuivers die de brief kostten; dat geld moeten ze terugbetalen. Ze mogen de panden kwijten alsof de zusters zelf aanwezig waren. De zusters hebben het zegel van hun convent aan deze brief gehangen op 23 april 1534.

 

1535, 22 april. Folio 186v

Meester Jan Liebens voorschreven heeft in de naam en als gemachtigde het pand en Peter Cremers alias Joerdens gekweten van de 3 rinsgulden jaarlijks die het godshuis van Peer daaraan gelden heeft. Hij kreeg de hoetpenningen en alle gevallen renten betaald. De commissie volgt erna.

Heer Herman Randelroij pater en biechtvader, zuster Maria Seelwenders mater, zuster Johanna Diricx ondermater, zuster Mechtel Cranen procurateres en de andere raadzusters en gewonen conventualinnen van het klooster van de derde regels van Sint-Franciscus gelegen binnen Peer in het land van Loon en onder het bisdom Luik zijn vergaderd in het kapittelhuis. Ze machtigen met deze brief meester Jan Libens, rentmeester en goede vriend, om in hun naam voor de schepenen van de bank van Lumpmen ter Loonse aarde te verschijnen om daar de 3 rinsgulden jaarlijks te kwijten die ze volgens de inhoud van hun brief gelden hebben aan pand van Peter Cremers alias Joerdens gelegen onder Coersel. Hij mag het geld ervan ontvangen met het briefgeld en verlopen renten en dan de panden kwijten. Het zegel van het klooster werd aan deze brief gehangen op 19 april 1535.

 

1535, 03 juni. Folio 187

Jan Nobels heeft opgedragen een half bonder broek 'opt Groet Brouck' aan 'den Hogen Bosch' gelegen, grenzend Jan Loijs 1), Thijs Witters 2), voor 2,5 rinsgulden jaarlijks en erfelijk en 2,5 mudde koren jaarlijks en erfelijk. Koper Miwis Beerten moet deze lasten assigneren op zijn erfgoederen in Exel gelegen tot behoef van Marie Nobels, zuster van Jan voorschreven. Mieuwis Beerten is tot de gichte gekomen op alle manieren van recht.

 

1535, 03 juni. Folio 188

De kinderen van Henrick Claes alias Tijs, namelijk Claes en Geertruijt met hun geleverde momber Art Vaes, hebben gedeeld met Jan Jueten als momber van zijn huisvrouw Merike Claes en ze doen afstand van hun rechten op elkaars deel. Jan zal 1/3 ('die driedeel') hebben van een stuk broek in Coersel in Oversel gelegen, geheten 'die Cuijl', grenzend Gerit Miwis 1), Peter Baten 2) en de gemeynen aard 3). Claes en Geertruijt hebben voor hun deel 'die tweedeel' van het voorschreven broek en aan hetzelfde gelegen.

 

1535, 03 juni. Folio 188

Henrick Wellens heeft opgedragen zijn gedeelte van een half bonder broek gelegen in Oversel, grenzend 'tGroet Brouck' 1), Miwis 'der Brijer' 2), voor 6 rinsgulden boven de lasten die eraan uitgaan. Verkocht aan zijn broer Ariaen Wellens, die tot de gichte is gekomen met recht.

 

1535, 03 juni. Folio 188v

Jan Reners/Reijners van Hechtelt heeft opgedragen 'die twee deel' van een half bonder broek te Coersel in Oversel gelegen, waar zijn zuster Lijsbeth 'het derdedeel' van heeft, grenzend Jan Kenens 1), Toenis Gijsen 2), voor 3 rinsgulden jaarlijks Brabants geld. Deze staan af te leggen met 50 rinsgulden Brabants geld. Verkocht aan Peter Witters. Toenis Gysen is tot behoef van Peter Witters tot de gichte gekomen met recht.

 

1535, 03 juni. Folio 189

Reyner Wynen bekent aan Ard Raymekers als momber van zijn huisvrouw Dingen Borgers naderschap van de koop die Rener Wijnen tegen Rener Borgers zaliger gedaan heeft. Rener heeft zich ontgicht en Art is tot de gichte gekomen volgens de wijze waarop de verkoop beschreven staat in het register op 19 november 1534.

1535, 03 juni. Folio 189

Dadelijk daarna heeft Art Raijmekers voorschreven met zijn huisvrouw het voorschreveen goed opgedragen tot behoef van Henrick Vaes voor 7 rinsgulden Brabants jaarlijks. Die kunnen afgelegd worden met 151 rinsgulden Brabants geld in twee keer. Daarbij nog een mudde koren hovend in Coersel in de laethoef of 20 rinsgulden daarvoor te betalen. Henrick Vaes is tot de gichte gekomen met recht.

 

1535, 03 juni. Folio 189v

Geert Miwis met zijn huisvrouw Marie Sweerts heeft een beemd opgedragen, gelegen in Oversel, grenzend Jan Kenens 1), Rener Pelsers 2), de beek 3), tot behoef van Toenis Gijsen voor 175 rinsgulden. Op 1 juli 1535 is Toenis Gijsen tot de gichte gekomen van dit goed met recht.

 

1535, 04 juni. Folio 192v

Wouter Nijlis van Helchteren heeft geleiteniss genomen van panden van Jan Ruttens van Hechtelt, volgens de belofte die Jan aan Wouter had gedaan. Wouter werd tot de panden geleid en hem werd ris en hout geleverd met recht. De panden zijn in Kastel onder Coersel gelegen en grenzend sheren straet aan 2 zijden. Wouter is tot gicht en goedinge van de panden gekomen met recht. Er werd 'gewalt af gewesen'.

Op 27 april 1536 heeft Wouter Nijlis deze gichte weer opgedragen tot behoef van Jan Ruttens. Jan is weer tot de gichte gekomen volgens het akkoord dat tussen hen werd gemaakt.

 

1535, 11 juni. Folio 193v

Jannes Opt Straet met zijn geleverde momber Peter Van Grunendael, Peter Van Grunendael met zijn huisvrouw Elizabeth Opt Straet, Peter Jans met zijn huisvrouw Heilwich Opt Straet en IJda Opt Straet met haar geleverde momber Jan Goijens hebben opgedragen 4 mudde rogge jaarlijks die zij gelden hadden aan pand van Aert Wijnen in Castel gelegen en ze hebben er gelijkerhand afstand van gedaan met recht tot behoef van een weekmis ter eeuwigen dagen te zingen en te doen zingen alle weken op de vrijdag ter ere van 'den Heiligen Cruijce' in de kerk van Coersel. Peter Leijssen, momber en meester van de kerk van Coersel is tot behoef van de mis tot de gichte gekomen van de vier mudde rogge voorschreven. Voorwaarde is dat elk jaar deze 4 mudde rogge mogen betaald worden met 4,5 rinsgulden Brabants geld of met goed hard koren en graan. Te kwijten volgens de gichte die ervan is.

 

1535, 13 juni. Folio 194

Anthonis Jueten en zijn huisvrouw Marij Van Postel hebben gekweten aan Art Van Postel en zijn huisvrouw de penningen die zij hun dochter beloofd hadden in huwelijkse voorwaarden.

 

1535, 13 juni. Folio 194v

Cristina Geerts heeft opgedragen haar tocht van huis en hof in Coersel gelegen, grenzend sheren straet aan 2 zijden, de kinderen van Henric Goijens 4), tot behoef van haar zoon Govaert Goijens, die hiermee tot tocht en erve is gekomen met recht.

Dadelijk daarna, nu tocht en erve samen zijn, heeft Govaert het voorschreven goed opgedragen tot behoef van zijn neef Willem Goijens voor 200 rinsgulden Brabants geld eens. Willem is tot de gichte gekomen met recht op voorwaarde dat Cristina haar wonen zal houden 'int scoenste vanden huyse', zoals ze dat tot nu toe heeft gehad met het derdedeel van 'den oeft' (het fruit) haar leven lang 'met huerre vuerte'.

 

1535, 17 juni. Folio 195v

Pauwels Doeven /Doven met zijn geleverde momber Peter Neven den Jongen heeft opgedragen een huisje met een warmoeshof in Coersel gelegen, grenzend sheren straet 1), de H. Geest van Coersel 2) en Henrick Beerten aan 2 zijden, voor 7,5 rinsgulden Brabants geld eens. Verkocht aan Henrick Beerten, die tot de gichte is gekomen met recht.

 

1535, 17 juni. Folio 196

Jan Cleijs en zijn zoon Jacop hebben gekweten aan Geert Miwis en zijn pand de 1,5 philipsgulden jaarlijks die ze aan zijn panden gelden hadden. Dat ging om een beemd in Oversel gelegen naast 'den Pelsers Bampt'. Ze bekennen dat zij de hoetpenningen ontvangen hebben en beloven dat ze Cristijn, de dochter van Jan Cleijs, zullen brengen om in te stemmen.

Op 9 september 1535 heeft Cristijn ingestemd met hetgeen haar vader en broeder hierboven hebben gedaan.

 

1535, 01 juli. Op een jaergedinge nae Sint Jansmisse. Folio 197

Rener Schrijcx heeft opgedragen een stukje broek geheten 'die Clerck', grenzend de kinderen van Heijn Cremers 1), Lenarts Schrijcx 2) en Kyn Geerts 3), voor 18,5 rinsgulden Brabants geld eens tot behoef van Lenart Schrijcx. Lenart is tot de gichte gekomen met recht.

 

1535, 01 juli. Op een jaergedinge nae Sint Jansmisse. Folio 197v

Rener Van Millen en Jan Zijgers als mombers en voergengers van de 'gemeijn armen van Hasselt' en in die naam hebben de goederen opgedragen die zij in de naam van de armen voorschreven uitgewonnen en beleijt hebben, zoals men zal vinden op 30 juni 1535, voor 42 rinsgulden Brabants geld eens. Verkocht aan Jan Smeets van Coersel.

Tussen 'halm en heer' van de voorschreven verkoop heeft Cristijn Diricx met haar zoon Dirick de naderschap ervan gepresenteerd en Jan Smeets bekende hen de naderschap. Daarop is Cristijn met haar zoon tot de gichte gekomen met recht.

 

1535, 01 juli. Op een jaergedinge nae Sint Jansmisse. Folio 198

Cristijn Diricx voorschreven met haar geleverde momber Jan Diricx heeft haar tocht opgedragen van het voorschreven goed tot behoef van haar kinderen Dirick, Lijsbeth en Marie, die hiermee tot tocht en erve zijn gekomen.

Dadelijk hierna, nu tocht en erve samen zijn, heeft Dirick voorschreven en Lijsbeth en Marie met hun geleverde momber Jan Diricx het voorschreven erve opgedragen tot behoef van Peter, zoon van Jan Smeets, en Govaert Brugmans voor 75 rinsgulden Brabants geld eens boven de uitgaande lasten. Peter en Govaert zijn tot de gichte gekomen met recht.

 

1535, 01 juli. Op een jaergedinge nae Sint Jansmisse. Folio 198v

Art Nijs met zijn huisvrouw Katlijn Witters heeft opgedragen een stuk land gelegen aan 'die Molestraet', grenzend Jan Voegelers 1); nog een stukje erf gelegen ook aan de voorschreven straat grenzend Lijn Roesboems 1), de kerk 2), voor 75 rinsgulden Brabants geld boven alle uitgaande lasten. Deze lasten zijn aan Loyck Rutten een molenvat koren en een derdedeel die te kwijten zijn met 34 stuivers eens. Nog 2 halster koren aan Gelender die te kwijten zijn met 4,5 rinsgulden en nog 1 halster koren aan de vroegmis van Coerssel die met 1 rinsgulden en 1 philipsgulden te kwijten is. Nog een half mudde rogge aan Jan Reyners van Diest 'lijfpensien' (lijfrente); aan de H. Geest van Beringen 3 halster rogge erfelijk. Mochten er nog meer lasten gevonden worden, dan zal Art dit aan Mathijs vergoeden.

 

1535, 01 juli. Op een jaergedinge nae Sint Jansmisse. Folio 199

Thijs Bogaerts heeft opgedragen huis en hof op 'Geen Stappe' gelegen, grenzend Geert Stapparts 1), Geert Kannarts 2) en sheren straet 3), als een pand voor een half mudde rogge jaarlijks. Daarvoor werd 11,5 rinsgulden Brabants geld eens gegeven. Hiermee staat de last ook te kwijten en tevens met volle pacht. Geert Bogaerts alias Kimps is tot de gichte gekomen met recht.

 

1535, 26 augustus. Folio 203v

Willem Vander Heijen, Lambrecht Vander Heije, Jacop Metten momber van zijn huisvrouw Cristijn Vander Heijen, Henrick Sengers momber van zijn huisvrouw Magriet Vander Heijen hebben ontvangen de goederen die hen aangestorven zijn na de dood van IJske Vernijen alias Joris, hun nicht zaliger.

 

1535, 09 september. Folio 205

De kinderen van Wouter Tielens, namelijk Lijsbeth, Marie, Anne, Dingen en Katlijne hebben de goederen ontvangen die hen aangestorven zijn na de dood van hun ouders zaliger.

 

1535, 09 september. Folio 205

Lambrecht Vander Hoeven met zijn huisvrouw Lijsbeth Van Heerle heeft opgedragen zijn gedeelte van 'den Haseren Bampt', grenzend Frans Scepers 1), sheren straet 2) en een Winter Beeck 3); nog een stuk land gelegen in Heerle, grenzend de voorschreven Lambrecht 1), Frans Scepers 2), sheren straet 3), als een pand voor 4 rinsgulden Brabants gevalueerd geld jaarlijks en erfelijk. Verkocht in ruil voor een ander goed in Heerle gelegen, waar Lambrecht voorschreven geruild heeft met heer Gijsbrecht Vander Eijcken zonder dat ze elkaar iets toegeven. Heer Gijsbrecht Vander Eijcken is tot gicht en goedinge gekomen. Lambrecht moet aan heer Gijsbrecht nog 1 rinsgulden gichten aan panden hovend in Malepeerts Hof.

 

1535, 23 september. Folio 207v

Art Vander Eijcken en Vestras Vander Eijcken, broers, hebben opgedragen een stukje erf in Coersel tGheene Stal gelegen, grenzend de H. Geest van Coersel 1), Thijs Valetijns 2) en hun Brabants goed 3), tot behoef van de kinderen van Jan Haechdorens, namelijk Brosis en Eelen. Art en Vestras hebben er afstand van gedaan voor 20 rinsgulden Brabants geld eens. De voorschreven kinderen Brosis en Eelen zijn met recht tot de gichte gekomen. De pontpenningen betalen ze half en half.

1535, 23 september. Folio 208

Katlijn Roesboems, de huisvrouw van Jan Haechdorens zaliger en moeder van de voorschreven kinderen Broesis en Eelen met hun twee geleverde mombers Jan Bloecmans en Vestras Vander Eycken, naaste familie van de kinderen, hebben het voorschreven goed opgedragen als een pand voor een mudde rogge jaarlijks kwijtpacht voor 28 rinsgulden Brabants geld eens. Te kwijten met gelijk geld. Verkocht aan Valentijn Convints, die tot de gichte is gekomen met recht. Katlijn en de beide mombers beloofden dat ze deze kinderen voor het recht zullen brengen om in te stemmen als ze mondig geworden zijn. Met het geld van deze lening werd het voorschreven goed aangekocht tot behoef van de kindereen.

Op 9 januari 1550 heeft Valentijn Convents dit voorschreven pand gekweten.

 

1535, 07 oktober. Jaergedinge nae Sinte Remeijs. Folio 209

Huybrecht Beckers alias Goris heeft opgedragen zijn huis en hof op die Stappe gelegen, grenzend de straat 1), heer Govaert Snoecx 2) en Geert Kannarts 3), als een onderpand voor 2 philipsgulden die hij schuldig is aan Willem Vander Stiewege volgens de gichte van 21 mei 1534. Willem is tot de gichte gekomen met recht. Uit dit huis en hof gaat jaarlijks 5 rinsgulden en 1 mud rogge en 7 halsters.

 

1535, 07 oktober. Jaergedinge nae Sinte Remeijs. Folio 209v

Jan Moens en Nijs Moens hebben opgedragen hun gedeelte van 'den Hogen Bosch', belast met 15 penninck cijns aan de heer, grenzend Henrick Kenens 1), de kinderen van Peter Bryers 2), voor 14,5 rinsgulden Brabants geld eens. Verkocht aan Symon Naelden en Goije Gijsen. Willem Gijsen heeft de gicht ontvangen voor Symon en Goije voorschreven met recht.

 

1535, 21 oktober. Folio 210

Jan Smans, die nu meester is van het groot gasthuis of Sinte Loijs gasthuijs van Diest, heeft als een gichtdrager voor het gasthuis gesteld Philips Lodewijcx zoon van Wouter. Hij kwam tot gicht en goedinge in de naam van het gasthuis voorschreven.

 

1535, 21 oktober. Folio 211

Geert Mewis heeft het goed ontvangen dat hem aangestorven is na de dood van zijn oom Henrick Spapen van Exel zaliger.

 

1535, 21 oktober. Folio 211

Jan Vaes als H. Geestmeester van Coersel heeft als een sterfelijke gichtdrager gesteld Sebastiaen Wijnen. Hij kwam tot gicht een goedinge in de naam van de H. Geest voorschreven.

 

1535, 18 november. Folio 213v

Heer Govaert Snoecx met zijn geleverde momber Peter Neven heeft opgedragen een stukje erf gelegen 'op die Stappe', grenzend Thijs Thijs 1), Jan Poelmans 2) en heer Govaert voorschreven 3) met de gracht gelegen tussen 'dat Bree Brouck' en dit goed daarbij 'metten worpe ende toebehoerten'. Verkocht voor 1 rinsgulden Brabants geld jaarlijks en erfelijk met valdag op Sint-Hubrecht. Mathijs Thijs is tot de gichte gekomen met recht. Mathijs heeft als een onderpand gezet, met zijn geleverde momber Lambrecht Cupers, een stuk erf geheten 'dat Colen Velt', gelegen aan het voorschreven goed in 2 zijden. Jan Van Neercosen kwam tot de gichte voor heer Govaert Snoecx voorschreven in het onderpand voor de voorschreven rente.

 

1535, 18 november. Folio 214

Heer Peter Van Zittart 'megeselle' van de paters van het godshuis van Sinte Lucien Dale bij en buiten Sint-Truiden (Sintruijen) heeft als een gichtdrager gezet voor de goederen van het voorschreven godshuis Sebastiaen Vanden Bogaerde. Sebastiaen werd hiermee gichtdrager voor het godshuis ('goetshuijs').

 

1535, 18 november. Folio 214v

De kinderen van Art Bormans, namelijk Rener, Art en Frans Bruyninx als momber van zijn huisvrouw Anna Bormans hebben de goederen ontvangen na de dood van hun vader en moeder zaliger. Rener en Art Bormans staan hun rechten af van de goederen die ze hier hoven hebben tot behoef van Frans voorschreven, volgens de deling die ze hebben gedaan.

 

1535, 18 november. Folio 214v

Lenaert Joes heeft beloofd op geleitenis van al zijn Loonse goederen dat indien meester Jan Van Gelmen enige last zou krijgen 'vanden comenscap' gebeurd tussen hen beiden, dat meester Jan dit zal kunnen halen aan de Loonse goederen van Lenaert.

 

1535, 18 november. Folio 215

Lijsbeth Vernijen met haar geleverde momber Jan Vernijen heeft opgedragen haar kindsgedeelte in Scuelen gelegen, namelijk 'den Mortelmans Bosch' en nog een stuk land 'Opt Hoge Velt'. Het land grenst het goed van Guylick 1), IJken Vernyen 2), Gilis Coex 3). Verkocht voor 30 stuivers jaarlijks erfelijk en nog 18 rinsgulden Brabants geld contant aan haar broer Henrick Vernijen, die tot de gichte is gekomen met recht in de goederen.

 

1535, 18 november. Folio 215v

Leenart Joes heeft opgedragen huis en hof in Scuelen aan 'den Hagedoren' gelegen, grenzend Jan Duytschen 1), de erfgenamen van Art Stapparts 2), sheren straet 3), tot behoef van Peter Kempeners. Verkocht voor 30 stuivers Brabants jaarlijks en erfelijk en nog 15 rinsgulden Brabants geld contant. Peter is tot de gichte gekomen met recht. Het voorschreven huis en de hof is vooraf enkel nog belast met 10 stuivers jaarlijks aan Groet Pauls en met 'sheren grontcheijs'.

 

1535, 18 november. Folio 216

Lijsbeth Mertens met haar wettige momber Cornelis Neelis heeft opgedragen haar tocht van huis en hof gelegen tGhene Stal', grenzend Peter Cornelis 1), Mathiewis Hueveners 2) en sheren straet 3), tot behoef van Jan Convints die hiermee tot tocht en erfelijkheid is gekomen met recht.

Dadelijk daarna, nu tocht en erflijkheid samen zijn, heeft Jan Convints het goed weer opgedragen tot behoef van Rener Wijnen voor 25 rinsgulden Brabants geld eens, boven de uitgaande lasten. Rener Wijnen is tot de gichte gekomen met recht.

 

1535, 26 november. Folio 216v

Jan Wymans als momber en voergenger van de H. Geest van Beringen heeft de goederen ontvangen die hier sorteren voor die H. Geest. Hij werd de sterfelijke gichtdrager.

 

1535, 26 november. Folio 216v

Jan Van Gelmen heeft de goederen ontvangen die 'Ons Live Vrauwe van Beringen' hier heeft sorteren tot behoef van O.-L.-Vrouw voorschreven. Hij werd de sterfelijke gichtdrager voor deze goederen.

 

1535, 26 november. Folio 216v

Jannes Beerten heeft in de naam en als voergenger van de kerk van Sinte Peter van Beringen de goederen ontvangen die deze kerk hier heeft sorteren. Hij werd de sterfelijke gichtdrager voor deze kerk. Omdat deze gicht meer dan 40 dagen heeft open gestaan voor deze 3 gichten voor het gerecht zijn gepasseerd, werd beslist dat deze 3 de boete moeten betalen (ter goeder meningen'.

 

1535, 26 november. Folio 217

Jannes Voegelsanck, rentmeester en voergenger van de begijnen van Diest, begeerde geleid te worden tot gronden van Jan Smeets in navolging van zijn procedure gedaan voor deze schepenen. De schepenen wezen dat men de partijen zou voor het recht brengen, maar er kwam niemand om er iets tegen te zeggen. De schepenen wezen dat men Voegelsanck tot de panden zou leiden en de meier deed dat en verleende hem vervolgens 'ress' en hout in de naam van de begijnen van Diest. Hij kwam tot de gicht en guedinge van de panden van Jan Smeets. Dat gaat om 'den Roijen Eusel' in Linchout gelegen. De rentmeester verzocht om er 'gewalt af geboden te hebben' (Jan Smeets zal de grond niet meer mogen gebruiken.) volgens recht en dat werd hem gewezen en gekondigd zoals dat hoort.

Nadien (geen datum vermeld) heeft Jannes Vogelsanck de naderschap toegestaan aan de kinderen van Jan Smeets voorschreven en hij heeft zich ontgicht, met uitzondering van de jaarlijkse rente van de begijnen, tot behoef van de kinderen. Hun oom Peter Smeets kwam als hun naaste bloedverwant ter gichte met recht.

 

1535, 16 december. Folio 219

Henrick Vander Eijcken heeft opgedragen een stuk land gelegen op den Wolpot, grenzend de erfgenamen van Jan Aelen 1), Joris Vernijen aan 2 zijden. Verkocht aan Joris Vernijen voor 21 rinsgulden Brabants geld eens. Joris is tot de gichte gekomen met recht.

 

1535, 16 december. Folio 219

Joris Vernijen heeft opgedragen huis en hof opden Wolpot gelegen, grenzend sheren straet 1), Rener Welres erfgenamen 2), de erfgenamen van Jan Aelen 3) en de erfgenamen van Loyck Lemmens 4), als een pand voor 6 halster rogge jaarlijks. Die kunnen jaarlijks betaald worden met goed hard graan of met 4,5 stuivers Brabants geld. Deze pacht werd verkocht voor 20 rinsgulden Brabants geld (stuiver voor stuiver, philisgulden voor 25 stuivers, 'nuu penningen' voor 3 stuivers, snaphaen voor 5,5 stuivers en het ander geld in verhouding). Af te leggen met dergelijk geld en met volle pacht. Verkocht aan heer Govaert Snoecx. Jan Van Neercosen kwam tot de gichte.

Op 2 november 1536 heeft heer Govaert Snoecx met zijn geleverde momber Jan Rutten bekend dat hij van Joris Vernijen de hoetpenningen van de voorschreven rente heeft ontvangen, met de kosten en lasten. Hij heeft het pand van Joris gekweten ervan.

 

1535, 16 december. Folio 219v

Jan Rutten van Hechtel heeft al zijn Loonse goederen en pachten opgedragen als een borg tot behoef van Art Wynen voor het geval dat die hinder of last zou ondervinden betreffende 3 mudden roggen zoals Wouter Nijlis van Helchteren aan pand van de voorschreven Jan en Art gelden heeft. Art mag zijn schade eventueel halen aan de voorschreven goederen van Jan en hij zal ze eventueel mogen 'gelijen'.

 

1536, 13 januari. Jaergedinge ne derthiendage. Folio 220v

Rener Swinnen alias Minten heeft opgedragen huis en hof op Die Stappe gelegen, grenzend sheren straet aan 2 zijden, Jan Luijten 3) en Lemmen Gaethoefs 4), voor 37 rinsgulden Brabanst gevalueerd geld eens boven alle uitgaande lasten. Verkocht aan Jan Scurmans die tot de gichte is gekomen met recht.

 

1536, 13 januari. Jaergedinge ne derthiendage. Folio 221

Jan Hueveners met zijn huisvrouw Cristijn Coecx (achteraan staat als haar voornaam Marie) heeft opgedragen zijn huis en hof op 'Geen Billen Eynde' gelegen, grenzend sheren straet 1), Jan Coecx 2), Tijske In die Molen 3), 'den Oulinxs(?) Hof' 4), met nog een hof ook hierbij gelegen, geheten 'dat Venne'. Ze ruilen deze goederen met Wouter Naggen voor een zille land gelegen in Herle, grenzend Geert Pijls 1), 'dat Swanevelt' 2) en sheren straet 3) en nog 16 stuivers erfelijk die Wouter aan Jan aan dit goed gichten zal en nog voor een ander goed hovend gedeeltelijk in Stevoert en gedeeltelijk in een ander laethoef. Wouter is tot de gichte gekomen met recht.

Daarna heeft Wouter Naggen het voorschreven goed opgedragen tot behoef van Jan voorschreven als een pand voor de voorschreven 16 stuivers Brabants erfelijk. Jan is ertoe gekomen als tot zijn pand zoals voorschreven staat.

 

1536, 27 januari. Folio 225v

De erfgenamen van Henrick Zannen. Govaert Zannen, Jan Zannen, Lijsbeth en Marie Zannen hebben de goederen ontvangen die hen verstorven zijn na de dood van Henrick, de zoon van hun zuster zaliger.

Dadelijk hierna hebben de voorschreven Govaert, Jan Zannen en Henrick Loyens met zijn huisvrouw Marie Zannen en Lijsbeth met haar geleverde momber Gerit Miwis het voorschreven versterf opgedragen voor 10 rinsgulden Brabants geld eens tot behoef van Henrick Vanden Briel van Hechtel. Het gaat om een gedeelte in 'den Zannen Beempt' in Oversel gelegen tegen 'den Hogen Bosch'. Henrick is tot de gichte gekomen met recht.

 

1536, 10 februari. Folio 228

Jan Tielens van Hechtelt met zijn huisvrouw Lijsbeth Sweerts heeft opgedragen een stukje broek onder Coersel in Oversel gelegen, grenzend Geert Miwis 1), Lenart Keeskens 2) en 'den Hogen Bosch' 3), tot behoef van Lenart Keeskens. Verkocht voor 31,5 rinsgulden Brabants geld eens (Gelderse rijders voor 24 stuivers en ander geld in die verhouding). Lenart is ertoe gekomen met recht.

 

1536, 10 februari. Folio 228

Erme Wagemans met haar geleverde momber Libracht Creten heeft opgedragen een heijke gelegen aan 'die Wolf Keele', grenzend de straat aan 2 zijden en de erfgenamen van Miwis Pipen 3), voor de uitgaande lasten. Verkocht aan Gerit Pijls die tot de gichte is gekomen met recht.

 

1536, 10 februari. Folio 229

Lenart Joes heeft opgedragen 1,5 rinsgulden erfelijk die hij gelden heeft aan huis en hof in Scuelen gelegen aan 'den Haechdoren' die nu toebehoort aan Peter Kempeners. Verkocht aan Peter Kempenrs voor 29 rinsgulden Brabants geld eens. Peter is tot de gichte gekomen met recht.

 

1536, 10 februari. Folio 229v

Jan Wilbaerts heeft opgedragen een stuk land gelegen onder Coersel 'opt Steenvelt', grenzend Nielis Claes 1), sheren straet aan 2 zijden voor 30 stuivers Brabants geld eens boven de uitgaande lasten. Verkocht aan Cornelis Claes, die met alle vormen van recht tot de gichte is gekomen.

 

1536, 10 februari. Folio 230

Jan Wilbaerts heeft opgedragen een stuk land geheten 'dBloexken' achter de hof van Jan Wijnen, grenzend Gile Mathei aan twee zijden, sheren straet 3), voor 36 rinsgulden Brabants geld eens boven alle uitgaande lasten. Verkocht aan Henrick Kenens die tot de gichte is gekomen met recht.

 

1536, 10 februari. Folio 230

Henrick Kenens heeft de gouden gulden jaarlijks opgedragen die hij gelden heeft aan pand van Ariaen Duncops in Castel onder Coersel gelegen, die te kwijten staat met 25 rinsgulden Brabants gevalueerd geld eens. De rente werd verkocht aan Jan Wilbaerts in afkorting van som vermeld in de voorschreven gichte. Jan is tot de gichte gekomen met recht.

 

1536, 08 maart. Folio 233v

Jacop Vanden Bogaerde van Gestel heeft opgedragen een half bonder broek geheten 'die Plesse', grenzend 'Spaijen Dijck' 1), 'dEcheldonck' 2) en Geert Coecx, de wederhelft 3), voor 30 rinsgulden Brabants geld eens en nog 2,5 rinsgulden Brabants geld jaarlijks en erfelijk. Verkocht aan Vreeske Scurmans, die tot de gichte is gekomen met recht. Vreske is tot de gichte gekomen met recht. Dit goed is nog belast met de rinsgulden die Mathijs Van Cleve van Herck eraan gelden had en die momenteel Hilke Ruelens erop trekt en bovendien staan er nog 2,5 stuivers aan die Jan Van Neercosen daaraan heeft.

 

1536, 23 maart. Folio 235

Jacop Kannarts heeft opgedragen huis en hof in Scuelen gelegen, grenzend sheren straet aan 2 zijden en 'dat Bachuijs Velt' 3), voor de aanstaande lasten. Opgedragen tot behoef van Art Scoetiten, die tot de gichte is gekomen met recht. Voorwaarde is dat Jan aan dit pand als last zal behouden 18 vaet koren jaarlijks en nog 12 vaet koren jaarlijks staande aan 'die Belicken' gelegen aan 'die Hozen Drieschen' die nu Jacop voorschreven bezit. Aert is tot de gichte gekomen met recht op de voorschreven condities.

Op 14 februari 1544 heeft Aert Inden Baert aan Jacop Cannaerts de hoetpenningen gekweten van 12 vaet koren jaarlijks en de jaargulden. Hij bekent dat hij alles betaald kreeg en kwijt de panden ervan.

1536, 23 maart. Folio 235

Marten Stapparts heeft de voorschreven gichte gelaudeerd met alle voorwaarden die erin staan. Hij staat garant voor zijn broer en ook voor zijn onmondige zuster dat ze dit zullen bevestigen.

 

1536, 23 maart. Folio 235v

Art Scoutiten heeft huis en hof weer opgedragen tot behoef van Jan Vilters alias Van Loebosch van Sculen voor de lasten die eraan uitgaan. Deze lasten zijn 2 mudde rogge in Kermpt; nog 1 rinsgulden Brabants aan het klooster van Orienten; nog 3 alde groot aan de anniversariën van Scuelen; nog aan 'brantschat' in Scuelen 10 stuivers Brabants en sheren grondcijns 2 capuinen; aan Art voorschreven 18 vaet koren. Jan is tot de gichte gekomen met recht.

 

1536, 23 maart. Folio 235v

Gijsbrecht Molders heeft opgedragen het mudde rogge erfelijk dat hij aan huis en hof hier boven gelden heeft voor 22 rinsgulden Brabants geld tot behoef van Jan Vilters alias Loebosch. Jan is tot de gichte gekomen van het mudde voorschreven. Govaert Molders, broer van Gysbrecht, is borg gebleven en staat garant voor de onmondige kinderen van Gijsbrecht dat ze zullen komen instemmen als ze oud genoeg zijn ofwel het mogen halen aan de goederen van Govaert.

Op 22 juni 1553 heeft Joris Van Heze bekend dat hij zowel de hoetpenningen als de pacht van het mudde rogge erfelijk onvangen heeft volgens hun 'peys'. Jan Vilters is tot de gichte gekomen. Catharina Mollers, zijn huisvrouw, heeft deze gicht gelaudeerd.

 

1536, 23 maart. Folio 236

Joris Vernijen heeft zijn gedeelte opgedragen van 'den Heer Loich Beempde' gelegen aan Grieten Hagels Voert, grenzend Hubrecht Thijs 1), Geert Coecx 2) en Jan Van Neercosen 3), voor 4 rinsgulden Brabants geld eens en nog 2 rinsgulden Brabants jaarlijks en erfelijk, tot behoef van zijn broer Henrick Vernijen. Henrick is tot de gichte gekomen met recht. Voorwaarde is dat Joris weer tot zijn goed mag komen als hij het geld terugbetaalt.

 

1536, 23 maart. Folio 236v

Henrick Vernijen alias Vander Eijcken heeft opgedragen huis en hof in Scuelen aan het broek gelegen, grenzend sheren straet 1), het goed van Velpen 2) en Art Baers kinderen 3); nog zijn gedeelte van 'den Mierbusche', grenzend joncker Conraet van Malborch 1), Goris Snjers 2), als een pand voor een half mudde rogge jaarlijks met valdag half maart. Voor 12 rinsgulden eens ('nuu erardus penningen' voor 3 stuivers Brabants). Hiermee staat het half mud ook te kwijten. Heer Govaert Snoex is met recht tot de gichte gekomen.

 

1536, 27 april. Folio 241

Gilis Deens met zijn huisvrouw Magriet Vernijen heeft opgedragen zijn gedeelte van 'den Heer Loych Bampt', grenzend Huybrecht Tijs 1), Geert Coecx 2), tot behoef van Jan Vernijen voor 25 rinsgulden contant geld en 1 rinsgulden Brabants jaarlijks. Die staat te kwijten met 20 rinsgulden Brabants. Jan Vernijen is tot de gichte gekomen met recht.

 

1536, 27 april. Folio 241v

Jan Tilens heeft opgedragen een hoefke in Meldelaer gelegen, Jan Gilis 1) en 2), voor 20 rinsgulden Brabants geld eens tot behoef van Mathieuwis Leyssen, die tot de gichte is gekomen met recht.

Het goed is belast met een vat koren aan de H. Geest van Lummen.

 

1536, 27 april. Folio 242v

Anna Beckers met haar geleverde momber Jan Kenens heeft opgedragen een stukje land gelegen in Castel grenzend Jaspar Hillen 1), Peter Doven 2), sheren straet 3); nog een stuk lad geheten 'den Heseleer', grenzend sheren straet 1), 'dLanck Stuck' 2) en Henrick Roesboems 3), voor 50 rinsgulden Brabants geld. Deze som moet betaald worden met een mudde rogge jaarlijks en 1 rinsgulden Brabants jaarlijks en met 10 rinsgulden Brabants in contant geld. Verkocht aan haar broer Peter Beckers die tot de gichte is gekomen met recht.

Het mud rogge en de rinsgulden jaarlijks zullen mogen afgelegd worden met 40 rinsgulden zoals voorschreven is. Deze gicht heeft meer dan 40 dagen gestaan, daarom is er een boete verschuldigd, bedragend 1 rinsgullden.

 

1536, 11 mei. Folio 243v

Jan Van Neercosen kwijt aan Geert Coex en Vreken Scurmans en hun panden de 5 stuivers jaarlijks die hij eraan gelden heeft. Hij bekende dat hij de hoetpenningen ontvangen heeft.

 

1536, 11 mei. Folio 244v

Merckt Nayliemans met zijn huisvrouw heeft opgedragen de helft van een bos opt Scurmans Eynde gelegen, grenzend de straat aan 2 zijden, Jan Der Wewen 3), tot behoef van Peter Busselmans voor 10 rinsgulden Brabants geld eens boven alle lasten en pontpenningen. Peter is tot de gichte gekomen met recht op voorwaarde dat het mudde rogge dat Peter voorschreven aan dit erf en aan andere panden van Merct gelden had, los zullen zijn. Peter heeft deze panden met de onderpanden gekweten.

 

1536, 11 mei. Folio 245

Merike, huisvrouw van Claes Vanden Roije zaliger.

Vincent Custers en Magdalene Custers met haar geleverde momber Jan Van Gelmen hebben opgedragen hun gedeelte van een stuk broek gelegen omtrent 'die Seelbeempde', grenzend Henrick Claes erfgenamen 1), Wouter Vander Stucken 2) en 'die sateroesen van Remunde' 3), dat vroeger de zusters en broers van Vincent en Magdalene verkocht hebben aan Claes Vanden Roije. Vincent en Magdalena 'volbringen' momenteel deze gichte voor 20 rinsgulden eens tot behoef van Merike, de weduwe van Claes Vanden Roije zaliger. Merike is tot de gichte gekomen met recht volgens de gicht die vroeger gebeurd is.

 

1536, 12 mei. Folio 245v

Heer Jan Scamparts heeft geleitenis genomen van panden van Jan Vanden Putte, die vroeger aan Henrick Jueten toebehoorden en in Coersel gelegen zijn tegenover de kerk. Hij werd ertoe geleid en hem werd ris en hout geleverd en hij kwam tot gicht en goeding van de panden met recht.

Dadelijk daarna heeft heer Jan voorschreven mett zijn geleverde momber Jan Van Huesden het pand weer opgedragen tot behoef van Henrick Huijben die kosten en lasten heeft bijgelegd en heer Jan heeft 'gepurgeert' omdat hij eigenaar is van de bijpanden. Henrick is tot de gichte gekomen, maar heer Jan behoudt zijn jaarrente eraan. Op verzoek van Henrick voorschreven werd aan alle partijen 'gewalt af geboeden' met recht (niemand anders dan Henrick mag de goederen gebruiken).

 

1536, 11 mei. Folio 246

Voor Jan Den Voecht werd met het gerecht gepaald een 'hofsteken' bij 'die Binnemans Hoeven' bij zijn schaapskooi gelegen. Hij werd erin gegicht en gegoed met recht met uitzondering van de grondcijns aan de heer: 1,5 penninck grondcijns.

 

1536, 01 juni. Folio 246v

Marie Op Straete met haar geleverde momber Peter Kenens heeft opgedragen haar tocht van al haar Loonse goederen tot behoef van Jan Op Straet, haar zoon, die hiermee tot tocht en erve is gekomen met recht.

Dadelijk daarna, nu tocht en erf samen zijn, heeft Jan voorschreven opgedragen 'die Walmerscoeren' in Coersel gelegen, grenzend sheren straet aan twee zijden en Jan Goyens 3), als een pand voor 2 mudde rogge jaarlijks. Deze 2 mudden werden verkocht voor 50 rinsgulden Brabants geld eens. Hiermee staan ze ook af te leggen en met volle pacht. Verkocht aan Pauwels Jans van Diest die tot de gichte is gekomen met recht. Voorwaarde is dat het graan in Diest moet geleverd worden, kosteloos en schadeloos. Jan stemde in met een gezegelde brief.

 

1536, 01 juni. Folio 248v

Wilbaert Peellers met zijn huisvrouw Lijsbeth Thijs heeft opgedragen de 2 rinsgulden jaarlijks die hij gelden had aan pand van Wouter Berinx gelegen in 'die Zeelbeempde', grenzend Claes Vanden Roije erfgenameen 1), Ijken Scats 2), Art Wilsens 3), tot behoef van Claes Vanden Roije voor 36 rinsgulden Brabants eens. Claes is tot de gichte gekomen met recht.

 

1536, 05 juni. Folio 249v

Gilis Coecx heeft als een borg gezet al zijn goederen voor het geval dat er 'enich gebreck oft litsel viele' aan het pand dat Christiaen Milters aan de heer van Lumpmen gezet heeft voor het goed dat hij in erfcijns van de heer van Lumpmen gekregen heeft. Dat gaat om 'den Milden Bogaerts' op 'die Swart Beeck' te Scuelen gelegen. De heer kan dit dan altijd op de voorschreven Loonse goederen halen.

 

1536, 24 juli. Folio 253

Eveneens werd aan Gilijs Coecx gepaald een stukje 'gemeijnten' op die Laeck aan zijn erf geheten 'dat Cuerken', over beide zijden van de Laeck. Hij kwam tot gicht en guedinge met recht maar de heer 1 penninck grondcijns.

 

1536, 14 september. Folio 255

Jannes Duyfkens met zijn geleverde momber Peter Neven der Jongen heeft opgedragen een stuk broek geheten 'die Hessels Biesen', grenzend Jan Van Neercosen 1), het goed van Everbode 2), 'den Pruysen Bampt' 3); nog een zille broek op 'die Laeck' gelegen, grenzend Henrick Claes erfgenamen 1), Jan Van Neercosen 2). Verkocht aan Jan Van Neercosen voorgenoemd voor 40 rinsgulden en 5 stuivers Brabants geld boven alle lasten en pontpenningen en nog 3,5 rinsgulden jaarlijks die tegen den penninck twintich Brabants gevalueerd geld kunnen afgelegd worden. Jan Van Neercosen is tot de gichte gekomen met recht.

Op 27 mei 1546 heeft Jannes Duyfkens met zijn geleverde momber Peter Kenens de twee rinsgulden voorschreven van de 3,5 rinsgulden voorschreven gekweten. Hij kwijt de panden daarvan.

23 september 1546 heeft Jannes Duyfkens met zijn geleverde momber Peter Kenens de rest van de rente gekweten. Hij kreeg alle hoetpenningen met de renten betaald en kwijt de panden.

 

1536, 14 september. Folio 255v

Jannes Van Eelsrack en Jan Eldermans met hun geleverde momber Peter Neven den Jongen hebben opgedragen 2 heikens gelegen 'opt Dreijers Eynde', grenzend Tijske Bogaerts 1), Liben Merhouts 2) en 'dat Hiemelryck' 3), voor 7 rinsgulden Brabants geld eens boven alle lasten en pontpenningen. Verkocht aan Jan Vernijen, die tot de gichte is gekomen met recht.

 

1536, 14 september. Folio 256

Peeter Neven die Jonge, rentmeester en meier van de heer van Lummen, heeft volgens het bevel van de heer voorschreven gicht en guedinge gedaan aan Geert Coecx van een stuk land gelegen in Scuelen 'in dissyde' van 'den Habeel', grenzend sheren straet 1), Merike Claes 2), Jacop Vanden Vinne erfgenamen 3). Dit goed is aan Geert gebleven bij uitgaan van de brandende kaars, die werd aangekondigd in de kerk, voor zijn hoogste bod. Verkocht voor 51 stuivers jaarlijks Brabants gevalueerd geld en erfelijk te gelden.

Dadelijk daarna heeft Geert al zijn goederen als borg gezet en opgedragen als een pand voor de voorschreven erfelijke rente. Aan deze roerende goederen kan de heer eventueel zijn geld halen. Peter Neven voorschreven is tot behoef van de heer tot de gicht van het onderpand gekomen.

 

1536, 02 november. Folio 259

Peter Joris met zijn huisvrouw Heilke Moens heeft opgedraagen zijn gedeelte van 'den Binnemans Hoeven' gelegen in Coersel bij Postelmans, grenzend Ariaen der Smeet 1), Peter die Molder 2) en Jan Svoechs 3), voor 50 rinsgulden Brabants lopend geld eens. Verkocht aan Jan Svoechts, die tot de gichte is gekomen met recht.

 

1536, 02 november. Folio 259v

Peter Leyssen heeft de goederen ontvangen die hem aangestorven zijn na de dood vaan zijn zuster Kijn zaliger.

 

1536, 16 november. Folio 261

Jan Ruttens van Hechtelt heeft opgedragen de Loonse goederen die hij gekocht had van de kinderen van Ariaen Duncops: de schuur met de halve hof, met de beemd en het eusel daar achter, in Castel onder Coersel gelegen. Verkocht voor 40 rinsgulden Brabants geld eens boven alle uitgaande lasten tot behoef van Jan Wilbaerts van Coersel, die tot de gichte is gekomen met recht. Jan Wilbaerts beloofde dat hij deze 40 rinsgulden aan Jan Ruttens zou betalen voor Kerstmis eerstkomend 'op des heeren boete ende op geleitenisse sijnre Loensche goijen'.

 

1537, 11 januari. Jaergedinge nae derthiendach. Folio 262v

Tijske Bogaerts heeft opgedragen een stuk erf gelegen 'opt Dreijers Eynde', grenzend Geert Kannarts 1), de gemeijn straet 2) en hijzelf 3), voor 15 rinsgulden Brabants geld eens boven de uitgaande lasten. Rener Scurmans, koper, is met alle manieren van recht tot de gichte gekomen.

 

1537, 11 januari. Jaergedinge nae derthiendach. Folio 263

Geert Bogaerts heeft opgedragen het half mudde koren dat hij gelden had aan een stuk erf opt dReijers Eynde, grenzend sheren straet 1), Geert Kannarts 2) en Geert Lemmens 3) en Jan Joris 4), tot behoef van Rener Scurmans voor 11,5 rinsgulden Brabants geld eens. Rener is tot de gichte gekomen met recht.

 

1537, 11 januari. Jaergedinge nae derthiendach. Folio 263

Heilwich Houtmans met haar geleverde momber Peter Kenens heeft opgedragen haar tocht van het kindsgedeelte dat aan haar zoon Toenis is toegevallen. Hiermee is Toenis tot tocht en erflijkheid gekomen met recht.

Dadelijk daarna heeft Toenis zijn hele kindsgedeelte voorschreven opgedragen tot behoef van Govaert Houtmans, Gilis Houtmans en hun zuster Juete Houtmans voor 15 rinsgulden Brabants geld boven de aanstaande lasten. Govaert is voor hem en voor zijn megeringen tot de gichte gekomen met recht.

 

1537, 11 januari. Jaergedinge nae derthiendach. Folio 263v

Jan Hueveners heeft opgedragen een zille land in Heerl gelegen, grenzend Geert Pijls 1), Herman Vanden Borch 2) en de heeren van Remunde 3), voor 35 rinsgulden Brabants geld eens.Verkocht aan Lambrecht Op die Hoeve die tot de gichte is gekomen van het goed voorschreven met recht.

 

1537, 01 februari. Folio 265v

Jannes Clingermans heeft opgedragen met zijn geleverde momber Lambrecht Huybens de 2 rinsgulden jaarlijks en erfelijk Brabants die hij gelden heeft op en aan pand van Gysen Ponderoes met zijn megeringen. Dat gaat om 'den Auwen Bampt' in Scuelen achter Gijs voorschreven gelegen. Verkocht aan heer Govaert Snoecx voor een ander goed in Herck gelegen. Ze hebben geruild maar heer Govaert geeft aan Jannes 3 rinsgulden Brabants geld eens toe. Heer Govaert is tot de gichte gekomen.

 

1537, 15 februari. Folio 266v

Jan Wilbaerts van Coersel heeft opgedragen huis en hof met eusel zoals het in Coersel onder Castel is gelegen, grenzend sheren straet 1), Jan Luekermans 2) en de kinderen van Wouter Tielens 3), als een pand voor 4 mudde rogge jaarlijks. Deze 4 mud kunnen jaarlijks betaald worden in goed graan of met 4 stuivers Brabants voor elke halster en dat moet geleverd worden in het huis van Wouter Nijlis. Valdag jaarlijks op derthienmisse. Jan draagt ze op tot behoef van Wouter Nijlis voor 80 rinsgulden Brabants geld eens. Hiermee kunnen ze ook afgelegd worden, in twee keer, telkens met 80 rinsgulden Brabants. Wouter is tot de gichte gekomen met recht.

Dadelijk daarna heeft Wilboert Van Postel een stukje broek opgedragen gelegen aan 'den Goessens Wijer', grenzend Peter Van Hout 1), Jan Tielens 2) en sheren straet 3), als een bijpand voor de 4 mudde rogge jaarlijks voor het geval dat men na enige tijd ondervond dat het pand niet sterk genoeg zou zijn. Wouter is tot de gichte gekomen als bijpand met recht.

Op 9 januari 1539 heeft Wouter Nelis van Helteren bekend dat hij de hoetpenningen van 2 mudde rogge voorschreven ontvangen heeft. Hij kreeg de hoetpenningen en alle renten betaald en kwijt de panden van de 2 mudde. Ontvangen van Jan Vogelers.

Op 9 januari 1556 heeft Claes Nelis van Helchteren aan de panden van Henrick Vogelers de resterende 2 mud rogge voorschreven gekweten. Hij kreeg alles betaald en Henrick is tot de gichte gekomen.

 

1537, 15 februari. Folio 267

Nijs Loijch, IJken Loijch met haar wettige man en momber Huybrecht Zelkarts en Jaspar Aswinckels hebben opgedragen een stuk beemd gelegen aan 'den Hogen Boss', grenzend Merike Tielmans 1), Jan Van Hamme 2) en Miwis Beerten 3), voor de som van 60 rinsgulden Brabants geld eens. Verkocht aan Henrick Thijs die tot de gichte is gekomen met recht.

 

1537, 15 februari. Folio 267v

De kinderen van Jaspar Hillen. Peter, zoon van Jan Knapen, momber van zijn huisvrouw Marie Hillen heeft ontvangen voor hem en voor meester Peter Hillen, Goris Hillen, Frans Hillen, Jaspar zoon van Jannes Hillen de goederen die hen aangestorven zijn na de dood van hun ouders zaliger.

 

1537, 01 maart. Folio 270

Jan Vanden Putte heeft 'gepurgeert' als nadere bloedverwant het erf dat heer Jan Stampers en Henrick Huyben uitgewonnen hadden omdat de jaargulden niet werd betaald. Omdat Henrick als de laatste en jongste 'ceijs man' tot de gichte gekomen was, heeft hij zich ontgicht tot behoef van Jan, die tot de gichte is gekomen van de goederen met recht. Dat gaat om de helft van de goederen van Henrick Jueten.

 

1537, 01 maart. Folio 270v

Jan Vanden Putte heeft opgedragen een stukje broek in Coersel gelegen, tegenover het kerkhof, grenzend Henrick Huyben aan 2 zijden en Henrick Van Eertwege 3) en sheren straet 4), tot behoef van Henrick Huyben voor 35 rinsgulden lopend geld eens. Henrick is tot de gichte gekomen met recht.

 

1537, 15 maart. Folio 270v

Jan Vanden Putte heeft opgedragen een stuk erf in 'Heynen Jueten Hof' gelegen, grenzend sheren straet 1) en 2), Henrick Kenens 3) en Jan voorschreven 4), voor 45 rinsgulden eens, los en vrij, tot behoef van Henrick Van Eertwege. Henrick is tot de gichte gekomen maar hij moet blijven gelden 1 rinsgulden jaarlijks aan Henrick Thijs in afkorting en ontlasting van de goederen van Jan Putmans voorschreven en nog 3 penninck grondcijns.

28 juni van dit jaar heeft Henrick Huyben naderschap gepresenteerd van de voorschreven koop en Henrick Van eertwege bekende hem de naderschap en heeft zich ontgicht. Henrick Huyben is tot de gichte gekomen van het voorschreven goed.

 

1537, 15 maart. Folio 272v

De kinderen van Wilbaert Nijs en Heijn Struvers. Toenis Nijs, Jan Vander Eycken met zijn huisvrouw Lijn Nijs, Merike Nijs met haar geleverde momber Jan Vander Eijcken en Heilke Nijs met haar geleverde momber Toenis Nijs hebben opgedragen hun gedeelte van een beemd in Coersel gelegen, grenzend Art Hagedorens 1), Peter Cornelis 2) en 'den Gilis Beempt' 3), voor 34 rinsgulden Brabants geld eens. Verkocht aan Heyn Struvers van Eversel, die op 22 mei 1539 tot de gichte is gekomen. Hij heeft een boete betaald.

 

1537, 15 maart. Folio 273

Lenart Scrijcx heeft opgedragen een stuk broek in Oversel gelegen, geheten 'den Clerck', grenzend sheren straet 1), 'den Loesmans Beempt' 2) en Willem Goijens 3), voor 150 rinsgulden Diester 'paijen' boven alle lasten en pontpenningen. Verkocht aan Henrick Beerten, die tot de gichte is gekomen met recht.

 

1537, 12 april. Jaergedinge nae Beloecken Paeschen. Folio 275

Henrick Vanden Putte met zijn huisvrouw Katlijn Miwis heeft afstand gedaan van de goederen die Bartholomiwis Papen van Hechtel ontvangen heeft na de dood van Jan Miwis met zijn huisvrouw zaliger. Hij zal er nooit nog over spreken of iets voor eisen.

 

1537, 12 april. Jaergedinge nae Beloecken Paeschen. Folio 275v

Lenaert Joes van Scuelen heeft bekend dat hij ontvangen heeft van meester Jan Van Gelmen de hoetpenningen van de rinsgulden die hij had gelden aan 'den Hoeff Acker' in Scholen gelegen. Hij heeft Jan daarvan de tweede gulden gekweten, zoals beschreven is op 5 december 1536 (zie bij registratie 02.12.1535). Dus de beide rinsgulden zijn nu gekweten met hoetpenningen met de rente en Lenaert kwijt de panden.

 

1537, 12 april. Jaergedinge nae Beloecken Paeschen. Folio 277

Heilof Houtmans van Coersel heeft opgedragen haar tocht van al haar goederen die hier hoven tot behoef van haar zoon Art Houtmans, die hiermee tot tocht en erfelijkheid is gekomen.

Dadelijk hierna, nu tocht en erve samen zijn, heeft Art Houtmans deze goederen weer opgedragen tot behoef van Govaert Houtmans, Gilis Houtmans en Juet Houtmans voor 35 rinsgulden Brabants 'Diester paijen'. Govaert is voor hemzelf en voor Gilis en Juet tot de gichte gekomen met recht. Voorwaarde is dat de helft van het geld nu betaald wordt en de andere helft na de dood van zijn moeder. Indien de moeder binnen 3 jaren sterft, of eerder, blijft het geld staan tot de 3 jaren om zijn. Govaert bekent aan zijn moeder weer haar tocht van de goederen voorschreven. Hij spreekt tevens voor Juete en Gilis.

 

1537, 12 april. Jaergedinge nae Beloecken Paeschen. Folio 277v

Jan Van Postel heeft opgedragen een bosje in Castel onder Coersel gelegen, grenzend Jan Bluecmans 1) en 2), Govaert Tilens 3), voor 6,5 rinsgulden Brabants geld eens. Veerkocht aan Peter Meijen die tot de gichte is gekomen met recht. De koper betaalde bovendien het pontgelt. Jan staat garant voor Peter met zijn goederen.

 

1537, 12 april. Jaergedinge nae Beloecken Paeschen. Folio 278

De meier van Lummen heeft het goed opgedragen dat hij eerder uitgewonnen had omdat de cijns niet werd betaald. Het gaat om een goed gelegen 'int Doernicx Velt', grenzend Henrick Van Heerle erfgenamen 1), Marten Stapparts 2). Hij draagt het op tot behoef van Art Scoutiten, die tot de gichte is gekomen volgens de purgatie die Art als cijnshebbende aan de meier heeft gedaan van dit goed binnen het jaar. Daarna heeft Art het goed weer opgedragen tot behoef van Jan Vilters alias Loebos van Scuelen voor de uitgaande lasten. Jan is tot de gichte gekomen met recht.

 

1537, 26 april. Folio 279

Robijn Vanden Velde met zijn huisvrouw Merike Wymans, Willem Scepers met zijn huisvrouw Katijn Wymans, Henrick Mieukens met zijn huisvrouw Heilke Wymans, Jacop Geerts met zijn huisvrouw Anna Wymans hebben elk apart opgedragen in handen van de meier van de heer van Lummen en in handen van de meier van het laathof 'vander Heilicheit' hun gedeelte van een beemd gelegen op de Herck, grenzend 'Sint Jans Beempt' 1), de heren de Catusers van Remunde 2), de Herck 3) en het goed van Guylick 4), voor 36 rinsgulden Brabants geld elk, in geld zoals in Diest gangbaar is, boven alle uitgaande lasten. Willem Scepers zal mindering krijgen van 10 stuivers erfelijk die Jannes Wymans aan het pand van Willem voorschreven heeft gelden en daar boven zal Willem nog hebben voor het voorschreven gedeelte van het goed 27 dergelijke rinsgulden. Ze verkopen met hun vrouwen hun gedeelte aan Jannes Wymans.

Henrick Wymans heeft ook zijn gedeelte opgedragen van de voorschreven beemd tot behoef van zijn broer Jannes Wymans voor ander goed in Beringen sorterend in ruil zonder elkaar iets toe te geven. De partijen doen afstand van hun rechten erop. Jannes Wymans is tot de gichte gekomen voor beide de 'gerichten' met recht. De partijen staan ervoor garant met al hun goed dat aan dit goed enkel deze lasten uitgaan: sheren grondcijns, 5 philipsgulden jaarlijks aan Lenart Van Gelmen erfgenamen en aan Henrick Ruebens. (4 partijen x 36 gulden = 144 gulden; hiervan 9 rinsgulden af voor de rente van Willem, komt op 135 gulden. Daarop komen dus 135 stuivers pontgelt.) Totaalsom 134 (zo staat er). Pontpenningen voor de heer 4 rinsgulden 17 stuivers (dus 97 stuivers) en in de laathof 38 stuivers. Totaal in stuivers: 135 stuivers.

Samenvatting. De dochters en hun echtgenoten verkopen hun gedeelte van de beemd aan Jan Wymans, hun broer, voor 36 rinsgulden elk. Willem Wymans ruilt zijn gedeelte ervan voor een stuk broek in Beringen dat eigendom was van zijn broer Jannes. De beemd is nu dus van Jan.

 

1537, 26 april. Folio 280

Jannes Wijmans heeft opgedragen de 10 stuivers erfelijk die hij gelden heeft aan pand van Willem Scepers als momber van zijn huisvrouw voorschreven. Dat gebeurde op de manier hierboven beschreven. Willem is als momber van zijn huisvrouw in de kwijtscheling tot de gichte gekomen van de 10 stuivers jaarlijks.

 

1537, 26 april. Folio 280

Jan Greven alias Gilis van Scuelen heeft opgedragen zijn tocht van huis en hof in Scuelen aan 'die Berbosch Stege' gelegen, grenzend deze steeg 1), Rener Van Malborch erfgenamen 2), sheren straet 3), tot behoef van zijn dochter Lijnke. Lynke is hiermee tot tocht en erflijkheid gekomen met recht met utzondering van de steeg en de dreef van deze steeg, die van Jan blijven.

Dadelijk daarna, nu tocht en erve samen zijn, heeft Lijnke, dochter van Jan Greven voorschreven, met haar geleverde momber Jan Greven het voorschreven goed opgedragen tot behoef van Geert Pijls voor 24 rinsgulden Brabants geld eens boven alle lasten en pontpenningeen. Geert is tot de gichte gekomen met recht.

 

1537, 17 mei. Folio 283

Heer Henrick Heymans heeft ontvangen en is gichtdrager geworden van de goederen die het altaar van de H. Geest binnen de stad van Herck binnen het land van Lummen liggen heeft, waar Jannes Duytsen zaliger uitgestorven is. Heer Henrick is als gichtdrager tot de goederen gekomen met recht.

 

1537, 17 mei. Folio 283

Heer Henrick Heijmans heeft ontvangen tot behoef van het altaar van Sint Jans Baptisten binnen Herck en voor Frans Binnemans rector van dit altaar de goederen die het altaar hier heeft. Hij is ertoe gekomen tot behoef van Frans voorschreven. Frans is de gichtdrager geworden van de goederen na de dood van Jannes Duytsen zaliger.

 

1537, 14 juni. Folio 285

Michiel Greven alias In Die Croene van Hasselt. Govaert Vanden Grachte als gemachtigde van Michiel Greven alias In die Croene heeft, volgens zijn procedure gedaan op goederen van Mathijs Mons in Scuelen, geleijt verzocht van de goederen van Mathijs. Met manis en vonnis werd Govaert geleid tot de goederen van Mathijs Mons alias Heitens voorschreven voor zover ze hier hoven. Hem werd hout en ris gegeven en hij verzocht de gicht en goedinge van het goed voorschreven in de naam van Michiel. Jannes Hoens, als jongste cijnsman, begeerde kost en last op te leggen om het geleitenis voorschreven te purgeren. Omdat Jannes tussen halm en heer kwam (dus voor de gicht) heeft Govaert als gemachtigde van Michiel hiermee ingestemd met uitzondering van de rente van Michiel Greven.

 

1537, 28 juni. Jaergedinge nae Sint Jans dach. Folio 287

Thomas Cremers met zijn huisvrouw Marie hebben opgedragen huis en hof in Coersel gelegen, grenzend Jannes Opt Straet 1), Juetken Arts 2), sheren straet 3) en nog een stuk land geheten 'die uwe groeve', grenzend Loyck Beckers 1), Jan Vaes 2) en sheren straet 3), als een pand voor een mudde rogge jaarlijks. Dat moet jaarlijks kosteloos en schadeloos van alle lasten in Diest geleverd worden. Elizabeth Vanden Mortele werd er voor 25 rinsgulden Brabants geld in gegicht. Te kwijten met gelijk geld en met volle pacht. Elizabeth is tot de gichte gekomen met recht. Thomas beloofde dat indien deze panden onvoldoende blijken, dat hij dat met zijn andere goederen zal goed maken. Jaarlijkse valdag: Sint Jacobsmisse.

 

1537, 28 juni. Jaergedinge nae Sint Jans dach. Folio 287

Remeijs Miwis met zijn huisvrouw Cornelis Cloclijers heeft zijn gedeelte opgedragen van een stuk beemd gelegen op de Herck, grenzend Geert van Scaffen 1), Geert Van Kael 2) en Jan Clocluyers met de wederhelft 3), aan Jan Clocluijers voor 31 rinsgulden Brabants eens. Jan is tot de gichte gekomen met recht.

 

1537, 28 juni. Jaergedinge nae Sint Jans dach. Folio 288

Merct Nayliemans met zijn huisvrouw heeft opgedragen huis en hof in Scuelen op den Wolpot gelegen, grenzend sheren straet 1), Rener Van Malborch 2), Joris Vernyen 2) en Aert Princen 3), als een pand voor een half mudde rogge jaarlijks te betalen in goed graan of met 5 stuivers Brabants per halster. Pacht verkocht tot behoef van Peter Mechelmans voor 10 rinsgulden en 5 stuivers Brabants geld eens. Te kwijten met dergelijk geld. Peter is tot de gichte gekomen met recht.

 

1537, 05 juli. Folio 288

Peter Neven die Jonge als meier van de heer van Lummen werd door het gerecht geleid in Coersel op 'die sluijse' omtrent de molen. Hij verzocht, volgens zijn gedane procedure van genachte tot genachte gedaan, geleid te worden voor de heer van Lummen in de sluis met al zijn toebehoren waar hij wegens onbetaalde grondcijns toe gewezen was. De meier werd ertoe geleid en is in de naam van de joncker, heer van Lummen, tot de gichte gekomen van de sluis op alle manieren van recht. Er werd gewezen aan de erfgenamen 'gewalt' van deze sluis met toebehoren.

 

1537, 05 juli. Folio 288v

Goessen Wellens met zijn huisvrouw Dingen Nielens heeft opgedragen een heithoeve gelegen 'aent Kleyn Kenens Gaet' en aan sheren straet voor 5,5 rinsgsulden 5 stuivers boven alle lasten en pontpenningen, behalve 4 penninck grondcijns. Verkocht aan Geert Claes, die tot de gichte gekomen is met recht.

 

1537, 07 juli. Folio 289

Toenis Witters (Gijsen) heeft opgedragen een halve zille broek in 'die Roijebeeck' gelegen, grenzend Henrick Keeskens 1), Jan Witters 2), Elijas Oijen 3), tot behoef van Jan Witters van Hechtelt voor 'een busken' (bosje) in Oversel gelegen. Het gaat om een goederenruil maar Jan geeft aan Toenis 21 rinsgulden Brabants geld toe. Jan heeft het bosje ook opgedragen tot behoef van Toenis in ruil. Toenis is in het boske en Jan is in de halve zille broek tot de gichte gekomen met recht.

 

1537, 07 juli. Folio 289

Peter Busselkens heeft een stuk erf opgedragen, gelegen 'opt Scurmans Eijnde', grenzend Bate Stapparts 1), sheren straet aan 2 zijden en Henrick Claes erfgenamen 4), als een pand voor 1 rinsgulden jaarlijks Brabants geld. Verkocht voor 16 rinsgulden Brabants gevalueerd geld eens en te kwijten met dergelijk geld, tot behoef van Herman Borgelins. Herman is tot de gichte gekomen 'met allen manijren van rechte'.

 

1537, 07 juli. Folio 289v

Geert Claes van Coersel begeerde te ontvangen voor heer Henrick Van Mechelen, rector van 'onsen Liver Vrouwen autaer' in Coersel, de goederen die het altaar en de rector toebehoren. Hij is ertoe gekomen met recht. Heer Henrick is gichtdrager geworden voor het altaar en de goederen voorschreven.

 

1537, 07 juli. Folio 289v

Symon Vaes alias Crouchs heeft opgedragen al zijn goederen hier hovend als een bijpand voor de jaargulde die Symon aan Willem Kannarts moet betalen. Dit werd gegoed in 'joncker Arts van Horrion Hof' in Berbrouck gelegen. Opgedragen voor het geval dat het pand niet voldoende zou zijn. Herman Borgelins is tot behoef van Willem Kannarts tot de gichte gekomen met recht.

 

1537, 07 juli. Folio 289v

Lijsbeth Coppens van Helchteren heeft de goederen ontvangen die haar aangestorven zijn na de dood van haar ouders zaliger.

 

1537, 07 juli. Folio 290

Mathijs Thijs met zijn huisvrouw heeft zijn gedeelte van 'den Armborstelen' opgedragen, in Scuelen gelegen, grenzend 'Ons Live Vrouwen van Lummen' 1), het goed Shoijeters 2), Merike Claes 3), voor 5,5 rinsgulden eens. Verkocht aan Jacop Vanden Bogaerde wonend binnen de vrijheid van Lummen op die Swart Beeck. Jacop is tot de gichte gekomen met recht.

 

1537, 07 juli. Folio 290v

Wilhem Swalen heeft opgedragen het half mud rogge dat hij gelden had aan Jan Bruninx pand gelegen onder Scuelen 'op Wouwen Eynde', grenzend Jan Poelmans 1), Symon Vaes 2) en Mathis Thys 3), voor 12,5 rinsgulden gevalueerd geld. Verkocht aan Herman Borgelinx, die erin gegicht en gegoed werd met recht.

Op 26 januari 1584 heeft Henrick Paesmans opgedragen tot behoef van Jan Wagemans en kwijt hem zijn panden van het voorschreven half mudde rogge jaarlijks. Henrick heeft bekend dat hij voldaan is en hij kwijt de panden voorschreven. Jan Wagemans is tot de gichte gekomen.

 

1537, 07 juli. Folio 290v

Art Claes heeft opgedragen een stuk broek gelegen omtrent Scuelen, grenzend 'die Zanne Beempt' 1), 'dat Bruxken' 2), de zusters van Hasselt 3). Verkocht aan Henrick Kenens voor 26 rinsgulden Brabants. Henrick is tot de gichte gekomen met recht.

1553, 18 mei. Folio 291

Heer Henrick Bortsis kwijt aan Jan Claes alias Reyners de 27 stuivers Brabants jaarlijks voorschreven. Hij kreeg de hoetpenningen en alle verlopen renten betaald. Heer Henrick heeft deze kwijting gedaan zonder momber. 'Is nochtans te vreden'. Daarna heeft heer Henrick zich vermomberd met Henrick Windelen, die de kwijting gevolgd heeft.